betoog les 6: inleiding, slot en bouwplan

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik

  • Vorige lessen heb je geleerd hoe je moet oriënteren en voorbereiden voordat je begint met schrijven:

  • Vraag:
  • Wie weet nog wat je doet in de orientatiefase en in de voorbereidingsfase



Slide 3 - Tekstslide

Fase 2: Voorbereiden

  • In de voorbereidingsfase formuleer je ...

  • ... de argumenten bij je stelling (en dus: de kernzinnen van iedere alinea).
  • ... de deelonderwerpen van iedere alinea.


Slide 4 - Tekstslide

Vooruitblik

  • Aan het einde van deze les ...

  • ... weet je hoe je de voorbereidingsfase afrondt.
  • ... kun je een bouwplan invullen.

Slide 5 - Tekstslide

Afronden Fase 2: Voorbereidingsfase 

  • De voorbereidingsfase ronden we af door te bepalen hoe we de  inleiding en het slot vormgeven.

Slide 6 - Tekstslide

Betoog inleiden
Het onderwerp aankondigen door middel van één of meerdere van onderstaande opties:

  • Een kort, grappig, of bijzonder verhaaltje vertellen. 
  • Eén of meer vragen stellen.
  • De aanleiding voor het schrijven van de tekst noemen.
  • + de hoofdgedachte (= jouw mening) formuleren.


Slide 7 - Tekstslide

Betoog afsluiten
  • Een betoog sluit je af met een conclusie

  • Dus telefoons moeten niet meer worden toegestaan tijdens de lessen.
  • Dus er mag geen muziek meer worden geluisterd tijdens de lessen.

  • Eventueel kun je daarnaast een advies geven. 

Slide 8 - Tekstslide

Bouwplan
Fase 1 + fase 2 = een ingevuld bouwplan

  • Een bouwplan = 

  • schrijfschema met de hoofdzaken.
  • samenvatting in schema-vorm.
  • hulpmiddel bij het uitschrijven van je tekst. (kapstok)

Slide 9 - Tekstslide

In het bouwplan formuleer je:

  • het onderwerp 
  • de hoofdgedachte 
  • het tekstdoel
  • het publiek 
  • de manier waarop je de tekst inleidt 
  • de manier waarop je de tekst afsluit 
  • de kernzinnen van de verschillende alinea’s
  • de ondersteuning van de argumenten in steekwoorden

Slide 10 - Tekstslide

Onderwerp, tekstdoel, hoofdgedachte, publiek
  • Onderwerp: In één of in een paar woorden waar de hele tekst over gaat.
  • Tekstdoel: Het doel dat je wilt bereiken met je tekst. (Bij een overtuigende tekst: tekstdoel = overtuigen)

  • Hoofdgedachte: In één zin waar de tekst over gaat. (Bij een overtuigende tekst: hoofdgedachte = de stelling/de mening/het standpunt.)

  • Publiek: Degene voor wie je de tekst schrijft.  

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag!
Stap 1: situatie 
Je mentor vertelt tijdens de mentorles dat er in leerjaar 1 een klassenbattle plaats gaat vinden. Het onderwerp is ‘de leukste klas van leerjaar 1’. Alle klassen schrijven een betoog waarin zij de jury (alle mentoren van leerjaar 1) ervan proberen te overtuigen dat zij de leukste klas zijn. De klas die het beste betoog schrijft wint. 

Jij vindt V1A natuurlijk de leukste brugklas van het ATC.
Jij schrijft dus een betoog met als standpunt/mening: V1A is de leukste klas van leerjaar 1
Je legt hierin uit waarom jij het hier mee eens bent. 

Stap 1 download nu het bouwplan (zie bericht somtoday) 
Stap 2: vul daarna, individueel, het bouwplan in. 
Stap 3: Haal dus de juiste informatie uit de situatie hierboven! 

Stap 4: probeer een begin te maken aan je betoog aan de hand van jouw bouwplan.
Stap 5: je betoog is 5 alinea's lang. Iedere alinea bestaat uit 5 zinnen (niet 5 regels).



timer
20:00

Slide 14 - Tekstslide