Wk 16: Domein 4: verbanden

• Rekenen
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 2

Domein 4: verbanden

1F

Tabellen, schema's en diagrammen

Terugblik

In de vorige les heb je geleerd wat de modus, mediaan, het gemiddelde, een steelbladdiagram en een frequentietabel  zijn en je hebt er berekeningen mee gemaakt. 

Leerdoel

• Je kunt informatie in een schema invullen of uit een schema halen.
• Je kunt informatie uit een tabel halen en er mee rekenen.
• Je kunt informatie uit een diagram halen en er mee rekenen

Doel van tabellen, grafieken en schema's..

• Alle informatie duidelijk en overzichtelijk terugvinden.
• Conclusies en overzichten visueel maken.
• Gegevens met elkaar kunnen vergelijken. 

Verbinding/ Verbanden

• Verbanden verbindt alle voorgaande domeinen.

• Getallen, procenten, inhoud kunnen in de som terugkomen.

• De aanvang van de som kent echter een afbeelding met een grafiek, tabel, diagram enz.

Uitleg

Een schema laat zien hoe iets werkt of in elkaar zit.

Je kunt in een schema informatie overzichtelijk laten zien.

Je kunt een schema aflezen. 

Je moet dan weten waar je de informatie die je zoekt in het schema kunt vinden. 

Startvraag: Tegen wie speelt Annet in de finale?

Extra informatie:   Annet speelt een tennistoernooi.

Ze wint de kwarfinale met 6-2.

Ze wint de halve finale met 6-3.

Ze moet de finale nog spelen. 

Wie treedt op,
op het hoofdpodium
van 18.00 uur
tot 20.00 uur?

1. DJ Seppe
2. Oetakke
3. DJ Fonkel
4. Ome Aart

Uitleg

Een pijl in je schema laat zien waar je naar toe moet.  

Volg de pijlen die bij het antwoord horen. 

Antwoord

Het is geen mooi weer,
de zolder is vrij
en je bent met meer dan 10 man.

Wat ga je doen volgens het schema?

1. film kijken
2. potje voetbal
3. levend stratego
4. helemaal niets!

Uitleg

Sommige schema's hebben een legenda.

Je gebruikt de legenda om een schema af te kunnen lezen. 

Hoeveel passagiers werden vervoerd,
volgens het schema in de maand augustus ?

1. 500
2. 450
3. hetzelfde aantal als in april
4. 400, de rest moest zelf zwemmen

Hoeveel bloembollen zijn er volgens
het schema in de maand maart vervoerd?

1. 300
2. 3000
3. 220
4. 12.000

Hoeveel minuten
geeft 1 hokje
in het schema
weer?

Hoeveel minuten
hardlopen staan er in
totaal bij week 3?

In welk jaar zitten
er evenveel meisjes
als jongens op
De Postduif?

1. 2009
2. 2010
3. 2011
4. 2012

Hoeveel meisjes
zaten er
in 2011 op
De Postduif?

1. 25
2. 100
3. 125
4. 250

In 2012 zaten er
150 meisjes op
De Postduif?
Hoeveel poppetjes
zijn dat?

1. 4
2. 5
3. 6
4. 7

Domein 4: verbanden

2F/ 3F 

Tabellen, schema's en diagrammen

Hoeveel hele graden verschil zat er tussen de gemiddelde zomer- en wintertemperatuur in 2004?

Joris heeft € 1200,= uitgegeven aan overnachtingen.
Hoeveel aan de buspendel?

Grafieken

Schat hoeveel eurocent per liter diesel goedkoper was dan benzine op 1 juli.
Rond af op een tiental.

Lijngrafiek met meerdere lijnen

Deze grafiek toont het aantal gehaalde diploma's in het vmbo per sector.

• Het gaat vooral om   veranderingen.
• Het gaat niet om precieze   aantallen.

Welke sector kent de grootste stijging en de grootste daling?

1. Techniek
2. Landbouw
3. Economie
4. Zorg en welzijn

Hoeveel diploma’s zijn er uitgereikt in schooljaar 2008/2009? Rond af op duizendtallen.

Coördinaten assenstelsel

Om plaatsen aan te geven op een landkaart kun je een assenstelsel gebruiken.

Een plaats op het assenstelsel geef je aan met twee getallen.

Johan staat in het punt (0,0).

Dit punt heet ook wel de oorsprong van het assenstelsel.

x-as = horizontale as

y-as = verticale as

Wat zijn de coördinaten van de supermarkt?

1. (2,1)
2. (1,2)
3. (-2,1)
4. (-1,-2)

Wat zijn de coördinaten van het hotel?

1. (3,1)
2. (1,3)
3. (-3,-1)
4. (-1,-3)

De doorgetrokken lijn en de onderbroken lijn snijden elkaar.
Wat zijn de coördinaten van het snijpunt van deze lijnen?

1. (1,1)
2. (-1,1)
3. (1,-1)
4. (-1,-1)

Wat zijn de coördinaten van het snijpunt van de doorgetrokken lijn met de x-as?

1. (-2,0)
2. (2,0)
3. (0,2)
4. (0,-2)

Wat zijn de coördinaten van het snijpunt van de onderbroken lijn met de y-as?

1. (1,0)
2. (0,1)
3. (-1,0)
4. (0,-1)

Binnen een bedrijf gaan er 35 medewerkers met de fiets. Hoeveel gaan er met de bus?

Yvonne komt lopend om 17.30 uur aan op het festival. 

Wat is het eerste Tranceconcert waar ze heen kan gaan?

Wat is de reistijd van Utrecht naar het vliegveld in Düsseldorf?

Woordformule

Welke formule hoort hierbij?

	Levering
Aantal uur	0	2	4	8
Prijs	100	180	260	420

Formule is dus :

100 + (aantal uur x 40,00)

Voor 10 uur dus 500,00 en niet 600 (180 + 420)

Per 2 uur,  80 euro erbij / eraf