hv1 In het begin hoofdstuk 2 - Apologetisch

• Godsdienst
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

In het begin

2. Het begin van de mens

Wat gaan we doen?

1. terugblik
2. Vooruitblik
3. Lezen hoofdstuk 2
4. Maken de opdrachten
5. Evaluatie

Wat gaan we leren?

Leerdoelen

A. Je kunt vertellen welke plaats de mens inneemt onder de schepselen van God;

B. (i) Je kunt je levensdoel verbinden aan de taak die God aan de mensen geeft;

C. Je kunt uitleggen waarover God jou verantwoordelijkheid heeft gegeven;

E. Je kunt minimaal drie voorbeelden noemen hoe je jouw verantwoordelijkheden vormgeeft.

Vaardigheidsdoel

A. Je kunt verwoorden wat jouw levensdoel is;

Keuzeopdracht afmaken

Terugblik: wat is het verschil tussen evolutie en evolutionisme?

wat is het verschil tussen evolutie en de oerknal?

Lezen 2a

Maken 2.1, 2.2 en 2.3

EN ZIE HET WAS ZEER TOF

Nakijken opdracht 1-3

2.1

De mens is geschapen naar het beeld van God. Hij lijkt op God in innerlijk en in zijn doen. Voor zijn daden is de mens ook verantwoordelijk. Dit alles hebben dieren niet. 

2.3

2.2

a). bijv. Gods Naam is machtig op heel de aarde – Hij heeft de maan en de sterren aan de hemel bevestigd – Hij heeft de mens bijna een god gemaakt.

b) Dat God de mens bijna een god heeft gemaakt en het werk van Zijn handen heeft toevertrouwd aan de mens. God heeft de mens gekroond met glans en glorie. 

Aantekening 2.b

Adam is geschapen naar Gods beeld:

• kennis: Adam kende God vertrouwelijk 
  
• gerechtigheid: Adam stond in een rechte verhouding tot God (= recht in de ogen kunnen kijken) 
  
•  heiligheid: Adam was zonder zonde  
  

Complimenten

Maak tweetallen en doe het volgende voor de ander:

Schrijf drie complimenten op bij de volgende  categorieën :

1e categorie: Karakter/persoon

2e categorie: Hobby’s/ talenten

3e categorie: overige complimenten

Rentmeesters

God stelde de mens aan als rentmeester (beheerders) over de schepping.

De mens moet de aarde bebouwen en bewaren:

• Bebouwen: de aarde gebruiken, je talenten gebruiken 
• Bewaren: zorgen voor de aarde, planten en dieren 
  

Door als goede rentmeester te leven, eer je God!

Maken opdracht 2.4-2.6

Nakijken

2.4

De mogelijkheden die God in de schepping heeft gelegd ontdekken, ontwikkelen en gebruiken. 

2.5 en 2.6

Eigen antwoord

Evaluatie

Leerdoelen

A. Je kunt vertellen welke plaats de mens inneemt onder de schepselen van God;

B. (i) Je kunt je levensdoel verbinden aan de taak die God aan de mensen geeft;

C. Je kunt uitleggen waarover God jou verantwoordelijkheid heeft gegeven;

E. Je kunt minimaal drie voorbeelden noemen hoe je jouw verantwoordelijkheden vormgeeft.

Vaardigheidsdoel

A. Je kunt verwoorden wat jouw levensdoel is;

Huiswerk

Leer hoofdstuk 2

Let op de aantekeningen!

Kies een keuze-opdracht van hoofdstuk 3