rekenvolgorde en formules

rekenvolgorde en formules
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

rekenvolgorde en formules

Slide 1 - Tekstslide

Rekenvolgorde
stappenplan:
1. Eerst de haakjes
2. Dan de X en :
3. Als laatste + en -
Staan er meerdere zoals + en - werk je van links naar rechts

Slide 2 - Tekstslide

Voorbeeld
18 - (16-8) x 2
1. Haakjes: (16-8) = 8
Dan hou je 18 - 8 x 2 over
2. : en x: 8 x 2 = 16
Dan hou je 18 - 16 over
3. - en +: 18 - 16 = 2
Dus het antwoord is 2

Slide 3 - Tekstslide

6 x 3 + 7 : (9 - 2) =
Vul alle stapjes in!

Slide 4 - Open vraag

12 : 4 x (5 - 3) =
Vul alle stapjes in!

Slide 5 - Open vraag

15 + 8 x 4 + (64 : 8) =
Vul alle stapjes in!

Slide 6 - Open vraag

4 : 2 x 4 -3 =
Vul alle stapjes in!

Slide 7 - Open vraag

Huur huisje
Stel, Gerard gaat samen met zijn vriendin een weekje op vakantie. De huur van het huisje kan berekend worden met de volgende formule:
Huur huisje = 50 + 60 × aantal dagen

Slide 8 - Tekstslide

Huur huisje
Stel, Naomi gaat op vakantie. De huur van het huisje kan berekend worden met de volgende formule:
Huur huisje = 50 + 60 × aantal dagen

50 is het begin getal.
Elke dag komt er 60 euro bij.

Naomi gaat 1 dag op vakantie. Hoeveel euro moet ze dan betalen?

Slide 9 - Tekstslide

Huur huisje aanpak
Huur huisje = 50 + 60 × aantal dagen
Huur huisje = 50 + 60 x 1
Eerst doe je 60 x 1, dat is 60
en dan 50 + 60 = 110
Dus Naomi moet €110,- betalen.

Slide 10 - Tekstslide

Huur huisje aanpak
Nou wil Naomi 5 dagen blijven. Hoeveel moet ze nu betalen?
Huur huisje = 50 + 60 × aantal dagen
Huur huisje = 50 + 60 x 5
60 x 5 = 300
50 + 300 = 350
Dus Naomi moet €350,- betalen.

Slide 11 - Tekstslide

Nou wil Naomi 7 dagen blijven. Hoeveel moet ze nu betalen?
Huur huisje = 50 + 60 × aantal dagen.
Benoem ook de stappen.

Slide 12 - Open vraag

Finn spaart elke week 5 euro van zijn zakgeld. In zijn spaarpot zit al 75 euro van zijn verjaardag.
De woordformule wordt: Spaargeld Finn = 75 + 5 × aantal weken.
Schrijf ook alle stapjes op!
Hoe euro zit er na 5 weken in?

Slide 13 - Open vraag

Aantal weken
10
20
30
40
Finn spaart elke week 5 euro van zijn zakgeld. In zijn spaarpot zit al 75 euro van zijn verjaardag.
De woordformule wordt: Spaargeld Finn = 75 + 5 × aantal weken. Er blijven er 4 over.
3200
320
2400
240
1600
160
800
8000

Slide 14 - Sleepvraag

snap je het?
ja
nee
beetje

Slide 15 - Poll