Les 6 - Korte herhaling en toetsvragen bedenken

• Engels
• MBO
• Studiejaar 2

Herhaling: present simple vs. present continuous

I ..... in the park every day.

1. walk
2. am walking

Listen! The teacher.....

1. talks
2. is talking

Water ...... at 100 degrees Celsius.

1. boils
2. is boiling

The plane ... at 7 PM.

1. arrives
2. is arriving

I .... English today.

1. learn
2. am learning

A, an or the or nothing

....... customer came in to ........... store yesterday. She had ........... complaint about ............. service. She told .......... manager that .......... employee had forgotten to give her ........ 20% discount that was advertised in ........... newspaper.   ............ manager explained to her that there was no discount on .............. electric toothbrushes.  

Articles: (a/an/the/X)

a

a

an

the

the

the

the

the

the

X

CAPS

Neem de zin over en plaats hoofdletters waar nodig:
can your mother speak good english?

Neem de zin over en plaats hoofdletters waar nodig:
my friend was born on saturday, 25 december 1999. she doesn't like having her birthday on christmas day, but i do like celebrating it.

Plurals

Plural (meervoud)

1. kiwis
2. kiwi's
3. kiwies
4. kiwys

Plural (meervoud)

1. babys
2. babbies
3. baby's
4. babies

meervoud van:
woman

1. womans
2. women

Wat is het meervoud van 'person'?

1. People
2. Persons

Meervoud van:
foot

1. foots
2. foot's
3. feet
4. feet's

Meervoud van:
pizza

1. pizza's
2. pizzas
3. pizza'z
4. pizzaz

Opdracht: Toetsvragen bedenken

- Present simple (zoals: I play / she eats)

- Present continuous (zoals: I am playing / she is eating)

- Lidwoorden (a, an, the)

- Hoofdletters (bij namen, begin van zinnen)

- Meervouden (zoals: dogs, babies, buses)

3 vragen per onderdeel --> uploaden in Teams --> 12:00 deadline

Wat moet je doen?

- Bedenk 3 vragen per onderwerp.

- Als je voor meerkeuzevragen kiest:

Geef 1 goed antwoord en 3 foute antwoorden.

- Maak ook een antwoordenvel

- Ruil je quiz met een ander groepje en maak die van hen.

- Kijk daarna de toets van het groepje na

Tip:

Gebruik onderwerpen die je leuk vindt, zoals sport, eten of school.