Opdrachten N2 - Domein 2 - Oriëntatie in de twee- driedimensionale wereld

• Wiskunde
• MBO
• Studiejaar 1

Ruimtelijke figuren

Hoeveel cirkels zie je?

Een kubus is een ruimtelijke figuur. Een vierkant is een:

1. Platte knoop
2. Raar figuur
3. Vlakke figuur
4. Vlakke ruimte

Omtrek

omtrek = lengte + breedte + lengte + breedte

in meter 

Wat is de omtrek van het stukje weiland? 

lengte = 5 m

breedte = 3 m

Oppervlakte

oppervlakte = lengte x breedte

in vierkante meter (m²)

Rekenen N2 - Domein 2 - Oriëntatie in de twee- en driedimensionale wereld

We maken samen deze opdrachten. Gebruik je rekenkaart en je rekenmachine, waar nodig. 

Sam fietst 100 km, hij heeft 1/2 deel van de route al afgelegd. Hoeveel kilometer moet Sam nog?

1. 20
2. 60
3. 50
4. 80

Welk ruimtelijk figuur?

1. balk
2. bol
3. cilinder
4. kegel

Welk ruimtelijk figuur?

1. kegel
2. cilinder
3. bol
4. piramide

Wat is de naam van
dit ruimtelijke figuur?

1. cilinder
2. balk
3. prisma
4. piramide

Je ziet hier een plattegrond. Een bed is twee meter lang. Hoe lang is het aanrecht?

1. Twee meter
2. Drie meter
3. Minder dan twee meter
4. Anderhalve meter

Op de kaart staat het noorden aangegeven.

Denk hier de hele windroos bij:

Je ziet dat Strasbourg ten oosten van Paris ligt.

Sven volgt de routebeschrijving vanaf de bushalte.
De bushalte is in de Junistraat.

1. Vertrek in zuidoostelijke richting.
2. Neem de eerste straat rechts.
3. Neem de tweede straat links.
4. Ga aan het einde van de weg rechtsaf.

In welke straat is Sven nu?

1. In de Zomerstraat
2. In de Oktoberstraat
3. In de Novemberstraat
4. In de Herfststraat

Hier zie je de plattegrond van een gebouw.
Het gebouw is 6 meter bij 9 meter.
Bereken de oppervlakte in m² van ruimte 3.

Wat is de schaal op deze kaart?

In welk vakje ligt het vliegveld van Curaçao?

1. D5
2. C4
3. A1
4. C3

Judith rijdt de kortste route van punt A naar punt D. Hoe rijdt zij?

1. via punt B en punt C
2. via punt H
3. via punt H en punt C
4. via punt I en H

Hoeveel km rijdt Judith van A naar D?

1. 11
2. 29
3. 30
4. 22

Je loopt van huisje 10 naar het zwembad in welke richting?

1. Noordelijke richting
2. Zuidelijke richting
3. Westelijke richting
4. Oostelijke richting

1 liter

10 liter

1 centiliter

7,2 liter

2 deciliter

Welke eenheid van lengte past het beste bij de afbeelding.

km

hm

dam

m

dm

cm

mm

Hoe bereken je de oppervlakte?

1. Lengte x Breedte
2. Lengte x breedte x hoogte
3. Breedte x Lengte
4. geen idee

Oppervlakte

5

5

5 x 5 = 25 m2

Ezelsbruggetje.

Kan = Kilometer (km)

Het = Hectometer (hm)

Dametje = Decameter (dam)

Met = Meter (m)

De = Decimeter (dm)

Centimeter = Centimeter (cm)

Meten = Millimeter (mm)

Wat is de oppervlakte
van deze driehoek?

1. 56cm²
2. 28cm
3. 56cm
4. 28cm²

Wat is de oppervlakte?

1. 30
2. 24
3. 36
4. geen idee

Wat
is de
oppervlakte?

1. 35 m2
2. 300 m2
3. 60 m2
4. 70 m2

oppervlakte is .....

1. 4 m²
2. 8 m²
3. 16 m²
4. 16 vierkante meter

Janneke heeft een stadstuintje. Haar tuintje is 4 meter breed en 5 meter lang. Ze wil om haar tuintje graag een hek zetten, dus moet ze de omtrek berekenen.

Wat is de omtrek van haar tuintje?

1. 9,5 meter
2. 18 meter
3. 20 meter
4. 22,5 meter

EINDE