12.5 Knutselen met DNA

12.5 Knutselen met DNA
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

12.5 Knutselen met DNA

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Lezen 12.5
  • Theorie
  • Verwerking
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
Je weet wat genetisch modificeren betekent.
Je weet wat de toepassingen van genetische modificatie zijn.
Je weet hoe DNA veranderd kan worden.
Je weet wat de bezwaren zijn tegen genetisch modificeren

Slide 3 - Tekstslide

Wat gebeurt er in de cel?
Het DNA = code, wordt gelezen door speciale eiwitten en is een code voor het maken van eiwitten. Deze regelen wat er in een cel gebeurt, welke stoffen worden aangemaakt.

Dit wordt vervolgens gedaan met alle informatie die op het DNA van de cel (en dus het organisme) ligt

Slide 4 - Tekstslide

Wat gebeurt er in de cel?
DNA wordt gekopieerd bij celdeling
hierbij kunnen fouten worden gemaakt=mutaties ontstaan,
leidend tot ziektes
 
Veranderen van DNA kan mutaties die ziekten veroorzaken verhelpen

Slide 5 - Tekstslide

Chromosomen 
  • Dit is een chromosomenportret
  • Mensen hebben 23 paren chromosomen.
  • Totaal 46 chromosomen.
  • Behalve de Y en X chromosomen zijn de paren gelijk aan elkaar.

Slide 6 - Tekstslide

Menselijke cel

In een eicel (vrouw) zitten 23 chromosomen.
In een zaadcel (man) zitten 23 chromosomen.

Eicel + zaadcel = een bevruchte cel met 46 chromosomen.

ALLE CELLEN HEBBEN 46 CHROMOSOMEN BEHALVE GESLACHTSCELLEN!




Slide 7 - Tekstslide

DNA
Chromosomen bestaan voor een groot deel uit DNA.
DNA=informatie voor al je erfelijke eigenschappen.
Een gen is een stukje DNA.
Cellen gebruiken alleen de genen die ze nodig hebben.

Slide 8 - Tekstslide

DNA
Chromosomen bestaan uit DNA.

Maar wat is DNA?

Slide 9 - Tekstslide

Genetische ziektes

Waarom zijn genetische ziektes zo moeilijk te voorkomen?

Waarom zijn genetische ziektes zo moeilijk te genezen?


Slide 10 - Tekstslide

Diabetes type I
Patiënten produceren zelf geen insuline

Vroeger werd dit uit de alvleesklier van (overleden) varkens gehaald. 
Nadelen?

Slide 11 - Tekstslide

Insuline productie
Insuline wordt tegenwoordig geproduceerd door bacteriën.

Hiervoor is een plasmide met een menselijk insuline gen geplaatst in een bacterie

Slide 12 - Tekstslide

Genetische modificatie

Een kunstmatige verandering in het DNA van een organisme

Als het nieuwe gen van een ander organisme afkomstig is dan noem je het gemodificeerde organisme transgeen

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Voedseltekorten
Door gebruik te maken van genetische modificatie kan voedsel veel grootschaliger verbouwd worden.

Gouden rijst bevat een gen voor vitamine a. 

Gevolgen?

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Bedenk een argument van boer voor genetische modificatie van planten

Slide 18 - Open vraag

Bedenk een argument van wetenschapper vóór genetische modificatie van mensen

Slide 19 - Open vraag

Bedenk een Argument van natuurbeschermer tegen genetische modificatie van planten

Slide 20 - Open vraag

Nu 
Maken 12.5

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link