De clementia r. 28-37

r. 28 sibi verwijst naar
A
Livia
B
Augustus
C
Cinna
1 / 10
volgende
Slide 1: Quizvraag
Klassieke TalenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

r. 28 sibi verwijst naar
A
Livia
B
Augustus
C
Cinna

Slide 1 - Quizvraag

r.29 wat is het antecedent van quos?
A
uxori
B
gratias
C
amicis

Slide 2 - Quizvraag

r.30 poni is
A
inf.praesens passief
B
1e ev. indic.perf.act.
C
ppa gen. ev. mnl.

Slide 3 - Quizvraag

r.31/32 ne + coniunctivus betekent
A
opdat
B
(op)dat niet
C
zodat niet

Slide 4 - Quizvraag

r.32 loquendi is
A
gerundium
B
gerundiVum

Slide 5 - Quizvraag

r.33/34 factum en natum congrueren allebei met ...

Slide 6 - Open vraag

r.33/ 34 te ....servavi, patrimonium ... concessi

Wat had Augustus dus ook kunnen doen?
A
Cinna doden én zijn bezit inpikken
B
Cinna redden maar zijn bezit inpikken

Slide 7 - Quizvraag

r.36 quorum Wat is het antecedent?
A
parentes
B
tibi
C
compluribus

Slide 8 - Quizvraag

r.36 cum betekent hier
A
omdat
B
hoewel
C
toen

Slide 9 - Quizvraag

r. 28-37 Wat zijn ablativi absoluti en wat niet?
ABL.ABS.
GEEN
ABL.ABS.
r.29 extemplo amicis
r.30 dimissis 
omnibus
r.31 me loquentem
r.31/32 medio
sermone meo
r.32 tibi loquendi
r.35 tibi
petenti
r.35 praeteritis
compluribus

Slide 10 - Sleepvraag