4V Economie par. 5.3

Zet de kenmerken bij de juiste marktvorm. 
Oligopolie
Monopolistische concurrentie
Weinig aanbieders
Veel aanbieders
Heterogene goederen
Risico op kartels
Vaak ontstaat een marktleider
Meestal vrije toetreding
1 / 21
volgende
Slide 1: Sleepvraag
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Zet de kenmerken bij de juiste marktvorm. 
Oligopolie
Monopolistische concurrentie
Weinig aanbieders
Veel aanbieders
Heterogene goederen
Risico op kartels
Vaak ontstaat een marktleider
Meestal vrije toetreding

Slide 1 - Sleepvraag

Marktvormen
Monopolistische concurrentie

- groot aantal aanbieders
- heterogene producten
- vrije toetreding

Slide 2 - Tekstslide

Monopolistische concurrentie
Welke prijsafzetlijn vind je het
beste passen bij  
monopolistische concurrentie?

Slide 3 - Tekstslide

Monopolistische concurrentie
Heterogene producten betekent dat er wel veel concurrentie is, maar dat een bedrijf met productdifferentiatie toch binnen zekere grenzen de prijs te beïnvloeden.

De p=GO lijn en de MO lijn vertonen daarom dezelfde eigenschappen als bij een monopolie


Slide 4 - Tekstslide

Welke prijs vraagt het bedrijf als het streeft naar maximale omzet?
A
€ 4
B
€ 5
C
€ 7
D
€ 10

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel omzet behaalt het bedrijf als het streeft naar maximale winst?
A
€ 120.000
B
€ 200.000
C
€ 210.000
D
€ 250.000

Slide 6 - Quizvraag

Monopolistische concurrentie
Geen winst op lange termijn
  • Winst lokt nieuwe aanbieders
    (vrije toetreding)
  • Markt moet worden gedeeld
  • GO en MO zullen naar binnen
    gaan schuiven
(Bladzijde 154)































































































































































Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht en Hw.
Tijdens les maken opgave 5.17

Hw. 5.15

Slide 9 - Tekstslide

5.17a
Wanneer mag je niet aflezen uit de grafiek?
... de prijs bij de doelstelling maximale omzet
A
Geef
B
Bereken
C
Bepaal
D
Wat is

Slide 10 - Quizvraag

5.17b
Welke vergelijking moet je oplossen?
A
-2q + 100 = 0
B
-2q + 100 = 10

Slide 11 - Quizvraag

5.17d
A
rjkb
B
agec

Slide 12 - Quizvraag

Oligopolie
  • Bij een oligopolie is er sprake van maar een paar aanbieders. Je moet dus als producent altijd rekening houden met je concurrenten. 
  • Om de winst te maximaliseren, zal er nog steeds gekeken worden naar MO = MK. Echter, omdat er meer aanbieders zijn dan bij een monopolie, zal de prijs lager liggen dan bij een monopolie. 

Slide 13 - Tekstslide

Oligopolie
- enkele grote bedrijven domineren de markt
( denk aan 5 bedrijven > 80% van de markt )
- vaak heterogene producten
- vaak een marktleider
- verleiding tot kartelvorming 
( illegaal )

Slide 14 - Tekstslide

Oligopolie
Bijzondere situatie oligopolie:
Aantal spelers is klein, dus kunnen op elkaars acties reageren

- Als oligopolist de prijs verlaagt, zullen de concurrenten volgen. Zij zijn bang anders afzet te verliezen
- Als oligopolist de prijs verhoogt, zullen de concurrenten niet volgen. Zij hopen extra marktaandeel te krijgen

Slide 15 - Tekstslide

Oligopolie
Prijsverhoging en prijsverlaging hebben dus allebei geen heel goed effect

Gevolg prijsstarheid,
tot soms...
Als een van de bedrijven begint de prijs te verlagen, reageren de anderen en kan zomaar een prijzenoorlog ontstaan

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Het gevolg is een knik. Bij prijsverhoging daalt de afzet sneller dan dat de afzet stijgt bij prijsverlaging 

Slide 18 - Tekstslide

Groen is p=GO lijn, Rood is MO lijn

Slide 19 - Tekstslide

Blz. 156
Als de marginale kosten 10% stijgen, zal de oligopolist ( die streeft naar maximale winst ) de prijs ...
A
verlagen
B
gelijk houden
C
verhogen

Slide 20 - Quizvraag

Hw.
Opgave 5.22

Slide 21 - Tekstslide