Le 10.2 sondevoeding en verzorging

Sonde(voeding)
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Sonde(voeding)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indicaties sondevoeding
  • verbeteren voedingstoestand
  • complicaties ondervoeding voorkomen
  • voedingstoestand tijdens ziekteperiode op peil houden
  • chronische maag/darmaandoening: voeding niet goed verteerd of opgenomen
  • slikproblemen/kauwproblemen: neurologische aandoening, bewusteloosheid
  • slokdarmaandoening: te nauw/ontsteking
  • zorgvrager die weigert te eten
  • verminderde eetlust: kanker, chemo
  • slechte lichamelijke conditie: wonden, aansterken voor operatie

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is sondevoeding?

  • vloeibare voeding die per sonde direct in maag, duodenum of jejunum wordt toegediend
  • bevat alle voedingsstoffen 
  • bevat vitamines, mineralen en sporenelementen


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten sondevoeding
Polymere voeding:
  • wordt gegeven bij een goed functionerend maag-darmstelsel 
  • Eiwitten, vetten, koolhydraten

Oligomere en monomere (astronauten) voeding:
  • bestaat uit voorverteerde eiwitten, vetten, koolhydraten

Slide 4 - Tekstslide

Polymere voeding:
bevat stoffen die in het spijsverteringskanaal
afgebroken moeten worden (eiwit,
    vet,  koolhydraten)

monomere voeding = astronautenvoeding
bevat stoffen die deels al verteerd zijn
 (bij malabsorptieklachten)

Meest voorkomende sondevoeding
  • standaard sondevoeding
  • energieverrijkte sondevoeding
  • vezelverrijkte sondevoeding
  • eiwitverrijkte sondevoeding
  • sojasondevoeding
  • geconcentreerde sondevoeding

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kant-en-klare sondevoeding
sondevoeding in poedervorm

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten
  • juiste patiënt
  • juiste sondevoeding
  • controleer de houdbaarheidsdatum
  • na openen datum/tijd noteren
  • let op : zakken 24 uur houdbaar
  • Let op : glazen flessen max. 8 uur

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende opties voor toedienen
Intermitterend: bepaalde periode
Continu: via pomp doorlopend
Per portie/bolus: via spuit/trechter meerdere malen per dag

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toediening via voedingspomp
Toediening via spuit (bolus)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten 
  • Neem de tijd bij toediening sondevoeding via een spuit
  • Niet meer dan 500 ml per bolus
  • Altijd de sonde doorspoelen met 20-30 ml lauw water
  • Vervang het toedieningssysteem iedere 24 uur
  • Medicatietoediening via sonde
  • Verpleegkundig rekenen nodig bij instellen pomp

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Psycho-sociale aspecten
  • niet gezellig om te eten met een sonde
  • sonde trekt de aandacht van anderen
Let daar op!

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies