economische modellen hfdst 1 par 4

economische modellen hfdst 1 par 4
Werkloosheid
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

economische modellen hfdst 1 par 4
Werkloosheid

Slide 1 - Tekstslide

Potentiele productie
Dit is de hoeveelheid producten die een economie gezien zijn productiestructuur  op de lange termijn gemiddeld genomen zou moeten kunnen behalen.
Machines worden goed benut, mensen die willen werken hebben een baan, maar hoeven ook niet over te werken. 
Qua productieomvang zou je kunnen zeggen dat de potentiele productie het ideaalplaatje is.

Slide 2 - Tekstslide

Waarde productie = totale inkomen
Als werkelijke inkomen (Y) gelijk is aan het potentiele inkomen (Y*)
Potentiele productie hangt af van de kwantiteit en kwaliteit van de productiefactoren arbeid (L) en kapitaal (K)

factorproductiviteit: is de kwaliteit van de productiefactoren, hoe hoger de factorproductiviteit, des te meer er met de aanwezige hoeveelheid productiefactoren kan worden geproduceerd. De factorproductiviteit wordt in het keynesiaanse model als constant gezien.

Slide 3 - Tekstslide

output gap
Wanneer de werkelijke productie onder de potentiele productie ligt, spreken we van een negatieve output gap.
Wat betekent dat voor de werkloosheid?

Slide 4 - Tekstslide

output gap
Wanneer de werkelijke productie onder de potentiele productie ligt, spreken we van een negatieve output gap.
Wat betekent dat voor de werkloosheid?

De werkloosheid die hierdoor ontstaat noemen we conjuncturele werkloosheid.
Werkloosheid die ontstaat doordat de bestedingen te laag zijn.

Slide 5 - Tekstslide

Natuurlijke werkloosheid
werkloosheid die los staat van de conjuncturele situatie (deze werkloosheid wordt dus niet veroorzaakt door te lage bestedingen). Oorzaken die meer te maken hebben met de productiestructuur van een land.
Structurele werkloosheid

Slide 6 - Tekstslide

Werkgelegenheid
Werkgelegenheid bij Y (Vraag naar arbeid)  =
productiewaarde / waarde APT

Lv = Y / apt

Slide 7 - Tekstslide

Berekenen soorten werkloosheid
Uc = Lv* - Lv
werkloosheid = werkgelegenheid bij potentiele productie - werkgelegenheid daadwerkelijke productie

Arbeidsaanbod = beroepsbevolking --> de mensen die werken en die willen werken (werklozen)

De structurele (natuurlijke werkloosheid) = arbeidsaanbod - arbeidsvraag in potentiele productie --> (Un = La - Lv*)
De totale werkloosheid is de conjuncturele werkloosheid + natuurlijke werkloosheid

Slide 8 - Tekstslide

Gezamenlijk maken 
opdracht 1.15 op blz 17

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide