M2.1 At the gate and boarding - LVD les 3

Week 3 
22 november
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
LuchtvaartdienstverleningMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Week 3 
22 november

Slide 1 - Tekstslide

Programma van vandaag:
  • Samenvatting van vorige week:                             At the gate en boarding call
  • Thema 2 | Boarding procedures
  • Thema 3 | Speciale passagiers

Slide 2 - Tekstslide

Gedurende M2.1 focussen we ons op de binnenkomende vluchten aan de gate
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Een ander woord voor vertrekkende vlucht is een outbound flight
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Een inbound flight is een binnenkomende vlucht
Een outbound flight is een vertrekkende vlucht

Slide 5 - Tekstslide

Boarding methode gedurende M2.1
De boarding methode die gebruikt wordt in M2.1 evenals de eindopdracht (simulatie) is class boarding, namelijk:

  1. Business class passagiers en passagiers die lid zijn van het frequent flyer programma;
  2. Economy class passgiers.
    Class boarding is hetzelfde als Priority boarding

Slide 6 - Tekstslide

Business class en frequent flyers
Frequent Flyer
  • Loyaliteits programma om klanten aan te trekken en behouden;
  • Hoe meer je vliegt, des te meer voordelen;
  • Voor een KLM vlucht (M2.1) de elite en elite plus leden hebben recht op priority boarding (class boarding).
Business class
  • Passagiers reizend in business class reizen in de zogenaamde 'C' klasse. 
  • Op de instapkaart herken je dit aan de letter 'C' onder het kopje 'Class'.

Slide 7 - Tekstslide

Bebording voor priority boarding

Slide 8 - Tekstslide

Boarding passen: business- en economy class

Slide 9 - Tekstslide

Thema 3 | Speciale passagiers 

Slide 10 - Tekstslide

Benoem een aantal speciale passagiers

Slide 11 - Woordweb

Thema 3 | Speciale passagiers 
Gedurende M2.1 At the gate and boarding ligt de focus op 4 soorten speciale passagiers:
  1.  Een passagier reizend met een infant (INF);
  2. Een Unaccompanied Minor (UM);
  3. Een passagier met Reduced Mobility (PRM);
  4. Een passagier reizend met een Pet in Cabin (PETC).

  • Deze passagiers noemen we pre-boarders en boarden het vliegtuig voor alle andere passagiers.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Passagier reizend met een infant
Infant
  • Infant: 0 -2 jaar;
  • Infant heeft geen stoel; zit op de schoot van de ouder;
  • Gedurende start en landing:  verlengende veiligheidsgordel
Stroller, buggy or pushchair
  • Check in aan de gate als check-in baggage;
  • Label met een bestemmings label;
  • Hang er ook een 'ramp delivery' label aan;
  • Leg de bagage reclaim procedure.
Infant travel documents
  • De infant heeft een eigen instapkaart met INF als stoel in plaats van een stoelnummer;
  • In de meeste landen moet de infant een eigen paspoort hebben;

Slide 14 - Tekstslide

Destination label and gate ramp delivery label

Slide 15 - Tekstslide

Vul een bestemmings label in

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht bestemmings label

Slide 17 - Tekstslide

Passagier reizend met een infant
  1. Schrijf een tekst die je wil gebruiken wanneer je een buggy aan de gate incheckt;
  2. Maak een groepje van 2;
  3. Speel een rollenspel als PGSA aan de gate en een passagier reizende met een infant;
  4. Wissel van rol;
  5. Je hebt 15 minuten voor deze opdracht.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

| Opdracht 3: UM, stroller, PETC
  1. Deze opdracht kun je vinden in Teams onder je klassentegel via kanaal M2.1 At the gate and boarding onder bestanden, opdrachten folder.


  2. Download de opdracht via de 3 puntjes (...) direct achter de opdracht naar je laptop en noem het: complete question 2: Stroller.

Slide 20 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 21 - Open vraag

Leerdoelen - vraag jezelf af of je...
  • geoefend hebt met de boarding call;
  • de 5 verschillende boarding methodes kunt herkennen;
  • kunt uitleggen wat het verschil is tussen pre-boarding and
      priority boarding; 
  • een passagier met infant en buggy kunt afhandelen aan de   gate;
  • je een bestemmingslabel kunt schrijven.

Slide 22 - Tekstslide

Week 4 
29 november

Slide 23 - Tekstslide