Pincode H1 check
1 / 22
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Primaire behoeften
Secundaire behoeften
T-shirt
Gitaar
Yoghurt
Netflix
Slide 2 - Sleepvraag
Wanneer is een product schaars?
Slide 3 - Open vraag
Schaars en zeldzaam zijn in de economie hetzelfde.
Waar
Niet waar
Slide 4 - Poll
Als ik beter in mijn behoeften kan voorzien dan neemt mijn ...... toe.
A
Schaarste
B
Prioriteit
C
Welvaart
Slide 5 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van zelfvoorziening?
A
Uiteten gaan
B
De ramen laten wassen
C
Een brood bakken
Slide 6 - Quizvraag
Ik betaal €62 per maand aan elektricitietskosten. Door het plaatsen van zonnepanelen besparen ik 75%, welk bedrag bespaar ik?
Slide 7 - Open vraag
Een vriend heeft de nieuwst Nike's en vertelt jou hier enthousiast over. Nu wil jij die schoenen ook, dit is een vorm van...
A
Commerciële beïnvloeding
B
Sociale beïnvloeding
C
Koopkracht
D
Reclame
Slide 8 - Quizvraag
Hoe noem je alles wat bedrijven doen om hun product te verkopen?
A
Marketing
B
Reclame
C
Koopgedrag
Slide 9 - Quizvraag
Bedrijven gebruiken de marketingmix om reclame te maken, wat zijn de zes belangrijkste marketinginstrumenten?
Slide 10 - Open vraag
Welk marketinginstrument
zie je hier?
zie je hier?
A
Prijs
B
Plaats
C
Product
D
Promotie
Slide 11 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen commerciële en ideële reclame?
Slide 12 - Open vraag
Hoeveel procent is 75 van 350?
A
20%
B
21,4%
C
4,6%
D
17,8%
Slide 13 - Quizvraag
Hoe heet het overzicht over je verwachte inkomsten en uitgaven voor de komende periode?
Slide 14 - Open vraag
Inkomen uit arbeid
Inkomen uit bezit
Overdrachtinkomsten
Hans heeft een winst van €2500 uit zijn bedrijf
Daniëlle krijgt kinderbijslag om voor haar kind te zorgen
Kim krijgt rente over haar spaarrekening
Slide 15 - Sleepvraag
We kennen drie soorten uitgaven, zet de juiste soort bij het nummer:
1. Elke maand betaal ik huur
2. Concertkaartje
3. Cadeautje voor een vriend
1. Elke maand betaal ik huur
2. Concertkaartje
3. Cadeautje voor een vriend
Slide 16 - Open vraag
Ik krijg €40 per week, hoeveel is dit per maand?
Slide 17 - Open vraag
Vorige maand was mijn salaris €2100. Deze maand is dat €1950.
Wat is de procentuele verandering?
Wat is de procentuele verandering?
Slide 18 - Open vraag
Wanneer neemt mijn koopkracht toe?
A
Inkomen +5% en prijzen +7%
B
Inkomen -3% en prijzen +1%
C
Inkomen +2% en prijzen +1%
D
Inkomen +1% en prijzen +1%
Slide 19 - Quizvraag
Hoe heet de algemene stijging van prijzen?
A
CBS
B
Inflatie
C
Deflatie
D
Opflatie
Slide 20 - Quizvraag
In 2012 was de prijs van een treinkaartje €6,50. Dit is nu €7,25.
Wat is het indexcijfer?
Wat is het indexcijfer?
