H1 verder

Stijlfiguren
- Stijlfiguren gebruik je om indruk te maken op een luisteraar of lezer.

- Het zijn middelen om dat wat je wilt zeggen, treffender of sterker uit te drukken. Je gebruikt het dus om iets te benadrukken.
Bijvoorbeeld: Plus geeft meer, veel meer.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Stijlfiguren
- Stijlfiguren gebruik je om indruk te maken op een luisteraar of lezer.

- Het zijn middelen om dat wat je wilt zeggen, treffender of sterker uit te drukken. Je gebruikt het dus om iets te benadrukken.
Bijvoorbeeld: Plus geeft meer, veel meer.

Slide 1 - Tekstslide

Stijlfiguren
Vandaag bespreken we 3 van de 8 stijlfiguren die je moet kennen.

1) Herhaling
2) Tegenstelling
3) Opsomming

Slide 2 - Tekstslide

1) Herhaling
Stijlfiguur herhaling --> Je gebruikt twee keer hetzelfde woord om er de aandacht op te vestigen.

Geld, geld is het enige wat hem bezighoudt. 

Slide 3 - Tekstslide

2) Tegenstelling
Bij een tegenstelling worden tegengestelde dingen gecombineerd, zodat ze meer opvallen. 

Ik heb voor goed geld, slechte spullen gekocht.

Slide 4 - Tekstslide

3) Opsomming (enumeratie)
Een enumeratie (opsomming) gebruik je om iets te benadrukken. Meestal zit er in de opsomming een climax (een in kracht toenemende rij) of een anticlimax (een in kracht afnemende rij). 

Twee, zes, twintig, honderd mensen kwamen naar het feest toe!

Slide 5 - Tekstslide

Vandaag:
- Bijzondere opsommingen

- personificatie, vergelijking en metafoor

Slide 6 - Tekstslide

Bijzondere opsommingen
Drieslag: Een opsomming van drie woorden, zinnen of zinsdelen.  (bloed, zweet en tranen)

- Climax: Een steeds sterker wordende reeks. (goed, beter, best)

- Anticlimax (omgekeerde climax): Een steeds zwakker wordende reeks. 

Slide 7 - Tekstslide

Nog drie begrippen die je moet kennen: 
- Personificatie: Een vorm van beeldspraak waarbij je menselijke eigenschappen toekent aan dingen (aan niet mensen).

- Vergelijking: Een vorm van beeldspraak die een overeenkomst noemt tussen het onderwerp en iets anders (Jij bent zo rood als een kreeft). 

- Metafoor: Een vorm van figuurlijk taalgebruik op basis van een vergelijking (Hij is de wandelende encyclopedie van de klas).

Slide 8 - Tekstslide

De leesboeken
Elke les heb je nu een leesboek mee. In de les kan het zijn dat we een aantal minuten gaan lezen. Dit kan per les verschillen.
Na de meivakantie heb je beid boeken uit, dus je moet ook thuis gaan lezen!
Rooster van presentaties komt uiterlijk volgende week. 

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag
blz. 25/27
Maken opdracht 2, 4 en 5
(opracht 1 tm 5 moet dus af zijn maandag)

Slide 10 - Tekstslide