Voorbereiding luister- en spreekvaardigheid

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

VOORBEREIDING LUISTERVAARDIGHEID

Apunta tres palabras clave importantes

otras tres palabras

Wat voor een verassing heeft David Beckham voor zijn vrouw?

1. Hij organiseert een surprise-party voor haar verjaardag.
2. Hij maakt een boek over hun relatie.
3. Hij geeft haar een romantische roman cadeau.

Naam echtgenote:
Aantal jaren getrouwd:
Aantal kinderen:
Karakter:

Apunta tres palabras clave importantes

Otras tres palabras

Welke oplossing heeft het restaurant in Barcelona bedacht om de crisis tegen te gaan?

1. Alle soorten koffie zijn 15 cent duurder geworden
2. Ze brengen de ijsklontjes in rekening
3. Alle desserts zijn duurder geworden

Welke maatregelen worden nog meer getroffen in sommige restaurants?

1. Alle extraatjes, zoals water bij het eten,worden in rekening gebracht.
2. Er wordt extra belasting geheven op sommige producten, zoals water.
3. Je kunt geen kraanwater meer bestellen, alleen water uit flesjes.

Hoeveel doelpunten heeft Messi gemaakt?

1. één
2. twee
3. drie
4. vier

El programa de hoy

8a bespreken

Spellen naam en telefoonnummer

Herhaling uiterlijk beschrijven.

Oefenen m.b.v. foto’s

Leren voor bonus m.b.v. Quizlet live

Las respuestas de ej. 8a

1 ¿En qué puedo ayudarte?

2 ¿Qué ha pasado exactamente?

3 ¿Qué había en el bolso?

4 ¿Dónde ha pasado esto?

5 ¿Cuál es la descripción del ladrón?

6 ¿Cuáles son tus datos?

7 ¿Cómo podemos contactarte?

voorbereiding mondeling

¿Cómo se llama?

¿Cómo se llama?

¿Cómo se llama?

www.espaans.nl

¿Cuál es el número de teléfono?

uiterlijk beschrijven

postuur

hij / zij is lang / klein / dik / dun > SER

ES ……

(alto/a / bajo/a  / gordo/a  / delgado/a )

haar / ogen

 hij / zij heeft blond / rood / bruin / zwart haar  > TENER

hij / zij heeft kort / lang / steil / gekruld haar > TENER

TIENE EL PELO …….

(rubio / rojo / castaño / negro)

(corto / largo / liso / rizado)

           hij / zij heeft bruine / blauwe / groene / zwarte ogen > TENER

TIENE LOS OJOS …….

(marrones / azules / verdes / negros)

accessoires

hij / zij heeft (“draagt”) een baard / snor / bril > LLEVAR

LET OP: IN HET SPAANS ZÓNDER “EEN”

LLEVA ….. BARBA / BIGOTE / GAFAS (BRIL IS MEERVOUD!!)

kleding

hij / zij draagt een t-shirt / een spijkerbroek

LLEVA …. UNA CAMISETA ….. / UNOS VAQUEROS ….....

¿Cómo es?
¿Cómo es su pelo?
¿Cómo son sus ojos?
¿Qué lleva?

¿Cómo es?
¿Cómo es su pelo?
¿Cómo son sus ojos?
¿Qué lleva?

¿Cómo es?
¿Cómo es su pelo?
¿Cómo son sus ojos?
¿Qué lleva?

Los deberes

Aprender para el viernes

https://quizlet.com/nl/1112896564/woordenlijst-mondeling-spaans-flash-cards/?i=1ujyh8&x=1qqt

 

quizlet.com