Les 6.6 16 mei

 Today
  • Vocabulary check
  • Work on homework exercises

  • Check homework exercises

  • Short recap grammar:
       -  can / could / should

  • Pronunciation vocabulary 6.3

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

 Today
  • Vocabulary check
  • Work on homework exercises

  • Check homework exercises

  • Short recap grammar:
       -  can / could / should

  • Pronunciation vocabulary 6.3

Slide 1 - Tekstslide

Vocabulary check
1.   blaffen
Copy the words and translate them into English.
2.  doodsbang
3.  poot
4.  ingang
5.  zwerfhond
6.  omheind stuk land
7.   eigenaar
8.  aanraken
9.  zachtaardig
10.  krabben
timer
3:30

Slide 2 - Tekstslide

Vocabulary check
1.   bark
Check your answers and correct your mistakes.
2.  terrified
3.  paw
4.  entrance
5.  stray
6.  enclosure
7.   owner
8.  touch
9.  gentle
10.  scratch

Slide 3 - Tekstslide

Check homework 
Exercise 15
page 58

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Check homework 
Exercise 18 & 19
page 52-55

Slide 6 - Tekstslide

Vocabulary
Page 136

    Pronunciation vocabulary 6.3
    Repeat the words

    Slide 7 - Tekstslide

    Slide 8 - Tekstslide

    can & can't
    Zij kan vijf talen spreken.  >
    She can speak five languages.
    Dat kan niet waar zijn.  >
    That can't be true!
    kan / kunnen =  can
    kan / kunnen niet =  can't

    Slide 9 - Tekstslide

    could & couldn't
    Ik zou je dat geheim kunnen vertellen.  >
    I could tell you that secret.
    We konden gisteren niet zwemmen.  >
    We couldn't swim yesterday.
    zou kunnen / konden =  could
    zou niet kunnen / konden niet =  couldn't

    Slide 10 - Tekstslide

    should & shouldn't
    Ik zou meer water moeten drinken.  >
    I should drink more water.
    Hij zou niet zo tegen je moeten praten.  >
    He shouldn't talk to you like that.
    zou (eigenlijk) moeten =  should
    zou (eigenlijk) niet moeten =  shouldn't

    Slide 11 - Tekstslide

    Hulpwerkwoorden

    Slide 12 - Tekstslide

    Study: Vocabulary 6.3 (page 136)
    Do: Exercise 20, 21, 33 (page 62-69)



    Monday the 19th of May

    Slide 13 - Tekstslide