11.2 Bevruchting (deel 1 en 2)

Bevruchting
Kop van de zaadcel dringt de eicel binnen.

Kern van de zaadcel versmelt met de kern
van de eicel. 
--> ontstaat één nieuwe kern

Bevruchting: versmelting van de kernen. 


1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bevruchting
Kop van de zaadcel dringt de eicel binnen.

Kern van de zaadcel versmelt met de kern
van de eicel. 
--> ontstaat één nieuwe kern

Bevruchting: versmelting van de kernen. 


Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 11.2 - deel 1
Aan het einde van deze les kun je:
  • de route beschrijven die de zaadcellen in het lichaam van een vrouw afleggen.
  • beschrijven hoe de bevruchting verloopt.
  • de gebeurtenissen beschrijven van bevruchting tot innesteling.
  • beschrijven hoe de ontwikkeling van een embryo gaat.
  • uitleggen welke effecten het zwangerschapshormoon heeft.




Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Bevruchte eicel begint met delen.
Door delingen ontstaat een bolletje cellen. Bolletje delende cellen gaat verplaatst naar de baarmoeder. Na +- 6 dagen vast zetten in baarmoederslijmvlies --> innesteling!
 Nu: embryo!



Slide 5 - Tekstslide

Zwanger...
Als de innesteling heeft plaatsgevonden. 





Slide 6 - Tekstslide

Vijf dagen na bevruchting ontstaat een holte (1). Binnenin zit een groepje cellen (kiemschijf) waaruit het embryo ontstaat. 

Buitenste cellen vormen uitstulpingen (vlokken). Wordt later de placenta. 



  1. Vijf dagen na bevruchting ontstaat een holte. Binnenin zit een groepje cellen (kiemschijf) waaruit het embryo ontstaat.
  2. Buitenste cellen vormen uitstulpingen (vlokken). Wordt later de placenta
  3. Tussen vlokken en kiemschijf ontstaat een steel -> later navelstreng

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Zwangerschapshormoon HCG
Vlokken maken HCG
Twee effecten:
1) Voorkomt rijpen nieuwe eicel
2) Baarmoederslijmvlies wordt niet afgestoten

Zwangerschapstest berust op het aantonen van dit zwangerschapshormoon in urine.

Slide 9 - Tekstslide

Voorkomen van zwangerschap
Voorbehoedsmiddel

Voorkomen dat de vrouw zwanger wordt. 

1) voorkomt zwangerschap
2) makkelijk in gebruik
3) niet schadelijk voor gezondheid

Condooms, pil, anticonceptiepleister, 
hormoonstaafje, spiraaltje, sterilisatie, coïtus 
interruptus en periodieke onthouding           

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Andere methoden
Coïtus interruptus: penis terugtrekken vòòr zaadlozing. Niet betrouwbaar: voorvocht.

Periodieke onthouding: geen seks tijdens vruchtbare periode. Niet betrouwbaar: moeilijk te bepalen.
Rond welke dag in de cyclus is dat?

Slide 12 - Tekstslide

Noodgevallen
  • Pil vergeten
  • Morning-afterpil


Ongewenste zwangerschap:
gesprekken met arts, eventueel embryo
laten weghalen: abortus. Zeer heftige
ingreep (mentaal en fysiek).

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag!
Opdrachten van 11.2:
Basis: (5, 7, 9, 11) 13 t/m 17 en 19 t/m 21
Extra oefening: 3, 4 en 10

Slide 14 - Tekstslide