Besturing: Altijd aan de achterzijde voor een kortere draaicirkel, wat essentieel is voor wendbaarheid.
Veiligheidskap: Biedt bescherming aan de bestuurder en fungeert als een beschermende omhulling.
Hefmast: Het verticale frame waaraan het hefplatform is bevestigd.
Hefketting: Een ketting die verbonden is met de hefcilinders om het hefplatform op te tillen.
Hefcilinder: Hydraulische cilinder die verantwoordelijk is voor het omhoog en omlaag bewegen van het hefplatform.
Neigcilinder: Hydraulische cilinder die het kantelen van de lading mogelijk maakt.
Vorken: Draagarmen (lepels) waarmee de lading wordt opgetild en verplaatst.
Vorkenbord (epiron): de vorken (of balenklem of doorn etc)zitten gemonteerd aan het vorkenbord.
Hydrauliek Pomp: Drijft het hydraulische systeem aan.
Ventielkast: Bevat ventielen voor het regelen van de hydraulische stromen.
Contragewicht: Het contragewicht zit achterop de heftruck en zorgt voor stabiliteit tijdens het tillen van zware lasten.