24/03/2023 Grammatica - Woordsoorten

GRAMMATICA - woordsoorten
Mevrouw Duinhouwer
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

GRAMMATICA - woordsoorten
Mevrouw Duinhouwer

Slide 1 - Tekstslide

LESPROGRAMMA
  • Kahoot
  • Telwoorden en voegwoorden (herhaling)






Slide 2 - Tekstslide


Wat is wel een bezittelijk naamwoord, maar geen zelfstandig naamwoord?
A
Mijn
B
Haar
C
Ons
D
Jullie

Slide 3 - Quizvraag

Vorige lessen
Persoonlijk voornaamwoord
vervangt een zelfstandig naamwoord
is in de zin het onderwerp, het lijdend voorwerp of het meewerkend voorwerp
voorbeelden: wij, ik, haar, hun, 't

Bezittelijk voornaamwoord
geeft een bezit aan
staat meestal voor het zelfstandig naamwoord
voorbeelden: uw, mijn, z'n

Wederkerend voornaamwoord
verwijst naar het onderwerp in de zin
het onderwerp 'keert weer' (komt terug)
voorbeelden: me, je, ons, zich: Ik schaamde me.


Aanwijzend voornaamwoord 
verwijst naar iets of iemand. Je kunt het voor een zelfstandig naamwoord zetten. 
Dat verhaal gelooft niemand.
Deze man woont hier in de straat.
Betrekkelijk voornaamwoord
verwijst naar een woord dat eerder is genoemd, zoals die en dat. Het verbindt twee zinnen met elkaar. 
De man die daar loopt, is mijn oud-collega
Vragend
Je vraagt naar een persoon of een ding, zoals wie of wat. Je noemt het een voornaamwoord omdat je met de vraag verwijst naar iemand of iets
Wie hoor ik daar?
Onbepaald
verwijst naar een persoon of zaak die niet bepaald is, zoals alles of iets
Heb ik je iets gevraagd?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Voorzetsels

Slide 6 - Tekstslide

Hoofdzin+voegwoord+hoofdzin
Twee hoofdzinnen verbind je met deze voegwoorden:
en, want, maar ,dus, of

We gaan dit weekend naar het strand of naar de stad.
Voor wiskunde heb ik veel huiswerk, maar voor Engels niet.

Slide 7 - Tekstslide

Hoofdzin+voegwoord+bijzin
Een hoofd- en bijzinnen verbind  je met 
alle andere voegwoorden: omdat, toen, dat, hoewel + of!!!

Ik begin meteen, omdat ik een taakachterstand heb.
Omdat ik hard ga werken, kan ik  niet buiten afspreken.
Ik hoop dat ik morgen kan komen skateboarden.

Slide 8 - Tekstslide

HOOFDTELWOORDEN

Hoofdtelwoorden zeggen altijd iets over het 

aantal of de hoeveelheid mensen, dieren of dingen. 





Bij een bepaald hoofdtelwoord (bhtw) weet je precies wat het aantal is (3, 12, 514, etc.). 


Bij een onbepaald telwoord (ohtw) weet je het precieze aantal niet (weinig, veel, sommige, etc).

Slide 9 - Tekstslide

RANGTELWOORDEN

Rangtelwoorden zeggen iets over de rang en worden gevormd met -de of -ste. 


Bij een bepaald rangtelwoord (brtw) weet je precies hoeveelste iets of iemand is (eerste, tweede, achtste, etc.).

 

Bij een onbepaald rangtelwoord (ortw) weet je de precieze hoeveelheid niet (hoeveelste, laatste, zoveelste)

Slide 10 - Tekstslide

OPDRACHT
Learnbeat:
Maak de opgaven A t/m F

Lesboek Kern
Blz. 88 + 89 theorie 
Opdrachten 1 t/m 5 - blz. 90

Slide 11 - Tekstslide

OPDRACHT
Maak een Kahoot per groepje
1. Persoonlijk voornaamwoorden
2. Betrekkelijk voornaamwoorden
3. Wederkerend en wederkerig
4. Bijwoorden en voorzetsels
5. Tel- en voegwoorden
6. Verwijswoorden
Gebruik je lesboek, maak ca. 10 vragen, maak verschillende vragen, daag je klasgenoten uit qua moeilijkheidsgraad van de vragen
Sla de Kahoot op als volgt: 1X - benaming woordsoort




Slide 12 - Tekstslide