Blitzkrieg

Blitzkrieg
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Blitzkrieg

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Planning
Leerdoel (2 minuten)
Terugblik (10 minuten)
Uitleg + beeldmateriaal (15 minuten)
LessonUp + zelfstandig werken (10 minuten)

Slide 2 - Tekstslide

Planning
Planning
Leerdoel 
Voorkennis activeren
Uitleg
Zelfstandig werken

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je uitleggen in je eigen woorden wat Blitzkrieg betekent. 

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik
1938
1939
1940
1941
1. Nederland geeft zich op 15 mei over.
2. Duitsland valt de UK aan. 
3. Duitsland neemt het bestuur van Oostenrijk over
4. Duitsland neemt Tsjechoslowakije in
5. Duitsland valt Polen binnen. 
6. Duitsland valt Denemarken en Noorwegen binnen

Slide 5 - Tekstslide

Voorkennis activeren

Slide 6 - Tekstslide

Blitzkrieg
Blitz  = bliksem

Krieg = oorlog
bliksemoorlog

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Geen zin in loopgravenoorlog
> Hitler wilde snel veel land veroveren

> Geen herhaling van WOI

> Lichte tanks

> Luchtaanvallen 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Bombardement Rotterdam
https://www.brandgrens.nl/bombardement-en-brandgrens

Waarom geeft Nederland zich zo snel over? 
Capituleren

Slide 11 - Tekstslide

Waarom geeft NL zich zo snel over?

De binnenstad wordt getroffen door zware bombardementen. De branden woeden dagen voort, rond de 1150 inwoners vinden de dood, 24.000 huizen worden verwoest. ‘Ik kom uit de hel,’ bericht een militair uit het rampgebied aan generaal Winkelman de Nederlandse legerbevelhebber. Als de Duitsers dreigen ook Utrecht plat te gooien, geeft Winkelman zich over. Nog diezelfde dag leggen de troepen de wapens neer. In Zeeland strijden de legers, geholpen door Franse manschappen, nog enkele dagen voort

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Wat is een blitzkrieg
A
Een bliksemoorlog = snelle aanval op verschillende landen
B
Een oorlog die in meerdere landen tegelijk wordt uitgevochten
C
De landen die zich overgaven aan Duitsland
D
Het proces dat Duitsland zomaar landen overnam

Slide 14 - Quizvraag

Wat wilde Hitler bereiken met een Blitzkrieg?
A
Hij wilde geen loopgravenoorlog
B
Hij wilde alle landen tegelijk hebben veroverd.
C
Hij wilde een groot gevecht starten

Slide 15 - Quizvraag

Wat betekent capituleren
A
Landen geven zich over aan de Duitsers
B
Landen die bij Hitler willen horen
C
Het afschieten van wapens

Slide 16 - Quizvraag

Zelfstandig werken
B: bladzijde 118. Maken opdracht 1 tm 4
K: bladzijde 120. Maken opdracht 1 tm 4
            


Einde van de les 
timer
5:00
zelfstandig

Slide 17 - Tekstslide

Kijkvragen
Denken - Delen - Uitwisselen
stap 1: Je gaat eerst voor jezelf de vragen beantwoorden. (minuten)

Stap 2: Je gaat met je buur overleggen over de antwoorden. (minuten)

Stap 3: We bespreken de antwoorden in de klas.

Slide 18 - Tekstslide