Les 9 P5 Oefentoets

Welkom! 
 
Omgangskunde
Leerjaar 2 
Oefentoets P5

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Welkom! 
 
Omgangskunde
Leerjaar 2 
Oefentoets P5

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer in de apotheek een patiënt een conflict krijgt met de apotheker over het feit dat hij te lang moeten wachten, is dit een voorbeeld van:
A
Organisatieconflict
B
Belangenconflict
C
Relationeel conflict
D
Onoplosbaar conflict

Slide 2 - Quizvraag

Ontlopen of vluchten is geen stijl van conflicthantering. Dit is:
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Is de volgende stelling juist of onjuist?
Wanneer je toegeeft in een conflict, geef je op deze manier te kennen dat je de inhoud van het conflict belangrijker vindt dan de relatie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Tijdens het geven van uitleg over medicatie aan een patiënt, breekt de patiënt opeens in huilen uit. Wat moet je in zo een situatie doen?
A
Doorgaan met het geven van uitleg, da t geeft de patiënt tijd om bij te komen
B
Aandacht schenken aan de emotie van patiënt
C
Even weglopen en zeggen dat je zo terugkomt
D
Zeggen dat het allemaal wel mee zal vallen

Slide 5 - Quizvraag

Is de volgende stelling juist of onjuist?
Als een patiënt uiting geeft aan emoties, hebben die voorrang boven datgene wat jij wilde vertellen/uitleggen?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Iemand die leeft met een vooroordeel, zal ... waarnemen, denken en voelen. Welk woord ontbreekt?
A
Objectief
B
Selectief
C
Emotioneel
D
Adequaat

Slide 7 - Quizvraag

Waarom is de relatie tussen een assistent en patiënt niet gelijkwaardig?

Slide 8 - Open vraag

Wat is het verschil tussen een ruzie en een conflict?

Slide 9 - Open vraag

Sociale factoren kunnen een oorzaak zijn voor een conflict. Wat is een voorbeeld van een sociale factor?
A
Ziek zijn
B
Geen geld hebben
C
Pijn hebben
D
Emoties

Slide 10 - Quizvraag

Bij de conflicthanteringsstijl 'Forceren en vechten' is de
A
Inhoud van het conflict belangrijker dan de relatie
B
Inhoud van het conflict even belangrijk als de relatie
C
Relatie belangrijker dan de inhoud van het conflict
D
Zowel de inhoud als de relatie van het conflict niet belangrijk

Slide 11 - Quizvraag