Maatschappijkunde - CRIMINALITEIT H3 (terugblik)

Criminaliteit H3
Maatschappijkunde

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Criminaliteit H3
Maatschappijkunde

Slide 1 - Tekstslide

3. Oorzaken van criminaliteit
3.1 Wie worden er crimineel?
3.2 Waarom wordt iemand crimineel?

Slide 2 - Tekstslide

3.1 Wie worden er crimineel?

Slide 3 - Tekstslide

Wie worden er crimineel?
  • Maatschappelijke positie
  • Etnische achtergrond
  • Geslacht
  • Leeftijd

Slide 4 - Tekstslide

Maatschappelijke positie

Zonder opleiding, zonder werk, slecht betaalde baan

Werkloosheid, geldgebrek en verveling





Slide 5 - Tekstslide

Maatschappelijke positie

Inbraken en gewelddadige berovingen = lage maatschappelijke positie

Fraude, verduistering, belastingontduiking= hogere maatschappelijke positie

Slide 6 - Tekstslide

Etnische achtergrond
Minder goede maatschappelijke positie

Diefstal en geweldpleging = allochtone criminelen

Vaker aangifte, wantrouwen vanuit politie

Slide 7 - Tekstslide

Geslacht
Jongens en mannen

Aangeboren = lichamelijk sterker en agressiever

Socialisatie = opvoeding (meisjes mooi en lief, jongens stoer en  sterk)

Ongelijke macht = mannen vaak de leiding






Slide 8 - Tekstslide

Geslacht

Diefstal = vrouwen

Steeds vaker geweld en vernieling

Slide 9 - Tekstslide

Leeftijd
Vandalisme en winkeldiefstal = jongeren

Tussen 16 en 23 jaar

Stopt wanneer hij/zij een baan of relatie krijgt

Slide 10 - Tekstslide

Leeftijd
Jeugdcrimineel door problematische achtergrond

Drinken, blowen en spijbelen

Van diefstal naar zware criminaliteit (beroving, drugshandel)


Slide 11 - Tekstslide

Leeftijd
Recidivist = een persoon die telkens strafbare feiten begaat

(5% van opgroeiende jongens)

Slide 12 - Tekstslide

3.2 Waarom wordt iemand crimineel?

Slide 13 - Tekstslide

Waarom wordt iemand crimineel?

Individuele oorzaken                              Maatschappelijke oorzaken

Slide 14 - Tekstslide

Individuele oorzaken
  • Gebrekkige opvoeding
  • Gedrags- en psychische problemen
  • Sterke groepsdruk
  • Problematisch drugsgebruik
  • Persoonlijkheidskenmerken

Slide 15 - Tekstslide

Gebrekkige opvoeding
- Huiselijk geweld
- Ouder(s) crimineel
- Alcohol misbruik


Agressief en antisociaal gedrag

Slide 16 - Tekstslide

Gedrags- en psychische problemen
- Jeugd (mishandeling, misbruik, insect)

-Niet verwerken = grotere kans om met justitie in aanraking te komen

Slide 17 - Tekstslide

Sterke groepsdruk
- Moeilijk om nee te zeggen
- Schuldgevoel wordt tijdelijk 'uitgeschakeld'
-Status verhogend


Slide 18 - Tekstslide

Problematisch drugsgebruik
- Alcohol / drugs
- Geweldsmisdrijven (40%)
-Drugverslaafden moeten stelen of dealen om aan geld te komen

Slide 19 - Tekstslide

Persoonlijkheidskenmerken
- Kan aangeboren zijn
- Geen zelfdiscipline
- Snel agressief

Slide 20 - Tekstslide

Individuele oorzaken
  • Gebrekkige opvoeding
  • Gedrags- en psychische problemen
  • Sterke groepsdruk
  • Problematisch drugsgebruik
  • Persoonlijkheidskenmerken

Slide 21 - Tekstslide

Waarom wordt iemand crimineel?

Individuele oorzaken                              Maatschappelijke oorzaken

Slide 22 - Tekstslide

Maatschappelijke oorzaken
  • Slechte leefomstandigheden
  • Anonieme samenleving
  • Gelegenheid
  • Minder besef van waarden en normen
  • Gebrek aan maatschappelijke bindingen
  • Eens een dief, altijd een dief

Slide 23 - Tekstslide

Slechte leefomstandigheden
  • Lage maatschappelijke positie
  • Weinig geld
  • Geen baan

Slide 24 - Tekstslide

Anonieme samenleving
  • Geen sociale controle (letten op wat anderen doen)

  • Iemand niet durven aanspreken

  • Inwoners van grote steden = vaker misdrijven

Slide 25 - Tekstslide

Gelegenheid maakt de dief

Slide 26 - Tekstslide

Lage sociale controle = je wordt niet betrapt

Pakkans is klein

Gelegenheidsmotief = mensen maken gebruik van de gelegenheid

Slide 27 - Tekstslide

Minder besef van waarden en normen
  • Minder gemeenschappelijke waarden en normen

  • Kerk minder invloed

  • Normvervaging = meer criminaliteit


Slide 28 - Tekstslide

Gebrek aan maatschappelijke bindingen
  • Familie, vrienden, school, werk en verenigingen

  • Geen banden = minder rekening houden met anderen

Slide 29 - Tekstslide

Eens een dief, altijd een dief
  • Etiket 'crimineel'

  • Mensen gedragen zich volgens het etiket

  • Eens een dief, altijd een dief

Slide 30 - Tekstslide

Zelfstandig werken
  • Begrippenlijst maken
  • Samenvatting maken
  • Leren

Slide 31 - Tekstslide