4 Beschrijvende statistiek

Wat is statistiek? Deel 4
Beschrijvende statistiek en
misleidende diagrammen
In dit onderdeel leer je:
  • wat beschrijvende statistiek is 
  • de onderwerpen die dit jaar aan bod komen
  • waarom je grafische voorstellingen gebruikt
  • kritisch omgaan met diagrammen.


1 / 7
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeSecundair onderwijs

In deze les zitten 7 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Wat is statistiek? Deel 4
Beschrijvende statistiek en
misleidende diagrammen
In dit onderdeel leer je:
  • wat beschrijvende statistiek is 
  • de onderwerpen die dit jaar aan bod komen
  • waarom je grafische voorstellingen gebruikt
  • kritisch omgaan met diagrammen.


Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Diagrammen kunnen misleidend zijn door de manier waarop ze worden weergegeven. Ze worden in het nieuws soms gebruikt om je foute conclusies te laten trekken of proberen je te overtuigen met verkeerde informatie.
Ga telkens kritisch om met het interpreteren van een diagram. Stel je telkens de vraag wat beter kan in een diagram zodat de weergave eerlijker wordt.
Misleidende diagrammen

Slide 3 - Tekstslide

De volgende 3 slides zijn open vragen.
In elke slide krijg je een voorbeeld van een statistisch onderzoek.
Leg telkens uit waarom de voorgestelde statistieken misleidend zijn.

Slide 4 - Tekstslide

Er zijn steeds meer oudere mensen in Europa en steeds minder jonge mensen. Men zegt dat de vergrijzing een probleem is. De grafische voorstelling toont het aantal geboortes in België en Nederland in 2018. Het lijkt alsof de vergrijzing in Nederland minder erg is dan in België. Maar is dat zo?

Slide 5 - Open vraag

De evolutie van het aantal dodelijke fietsongevallen is op twee manieren voorgesteld. Op de linkse grafiek zie je een duidelijk dalende tendens. Op de rechtse grafiek lijkt het aantal dodelijke ongevallen sterk te stijgen. Welke ingreep deed men om dat idee te versterken?

Slide 6 - Open vraag

Deze grafische voorstelling wil ons doen geloven dat de meeste bloedgevers tussen de 20 en 40 jaar zijn. Wat heeft men gedaan om dat te tonen?

Slide 7 - Open vraag