8.1 Maten schatten + 8.2 Omtrek

Hoofdstuk 8:
Lengte, omtrek en oppervlakte
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 8:
Lengte, omtrek en oppervlakte

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
De leerlingen kan een aantal handige maten benoemen
De leerlingen kan lengtes schatten. (eventueel met behulp van vaste gegevens.)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8.1 Maten schatten
In het dagelijks leven moet je vaak schatten. Bijvoorbeeld of iets past, of je een stoplicht haalt, hoe ver weg iets is. 

Soms kun je iets schatten met behulp van een aantal handige maten. de afstand van je duim tot je pink is bij een gespreide hand ongeveer 20 cm. Gemiddeld fietsen mensen als ze doortrappen zo'n 18 km/h (zie je boek voor meer voorbeelden)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8.1 Maten schatten
Hoe kun je nou handig een schatting maken? Stel je ziet een persoon voor een huis staan. Kun je dan achterhalen hoe hoog het huis is?
1. Kies een handige maat: de persoon is ongeveer 180 cm
2. Hoe vaak past de maat in de totale lengte: ongeveer 4x
3. Bereken de gevraagde lengte: 4 x 180 = 720 cm dus het huis is ongeveer 7 m 20 cm

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ga schatten
7963 + 2056 = ongeveer
A
9000
B
10000
C
11000
D
8000

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De hoogte van een toren schatten.
A
betrouwbaar
B
onbetrouwbaar

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het beter om te meten dan te schatten?
A
Schatten is net zo goed als meten als je er goed in bent
B
Meten is betrouwbaarder dan schatten
C
Meten is weten!

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is schatten hetzelfde als gokken
A
Ja, want het is hetzelfde
B
ja, wat bij beide is het niet nauwkeurig
C
Nee , wat bij schatten moet je ook rekenen
D
Nee, want bij gokken moet je rekenen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij het berekenen van de hoogte van een flat met 7 etages kunnen we schatten dat de hoogte van de flat is
A
7m
B
14m
C
18m
D
21m

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vuistregels voor schatten
Hoogte van een verdieping
Afstand pink-duim
Hoogte van een deur
Lengte volwassene
20 cm
180 cm
2 meter
3 meter

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

8.2 Omtrek
Lesdoel:
Je leert de omtrek van een figuur berekenen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stel: Je plaatst een hek om de tuin. Hebben we hier te maken met de omtrek of oppervlakte?
A
Omtrek
B
Oppervlakte

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Theorie

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stel: Je rent twee rondjes om
het voetbalveld, hoeveel meter
heb je dan gelopen?
A
164 m
B
328 m
C
656 m
D
228 m

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een schapenkooi is 15 x 10 meter.

Hoeveel meter hek heeft de boer moeten
kopen om de kooi te maken?
A
50 m
B
150 m

Slide 17 - Quizvraag

Als je de grootte van iets uitspreekt zeg je vaak: (lengte) bij (breedte) meter. Dat schrijf je als ... x ... meter.
Wat is de omtrek van dit figuur? 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De omtrek is....
A
20 m
B
28 m
C
48 m
D
25 m

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de omtrek van een ruit?
A
2 x r x π
B
Lengte x breedte
C
(Lengte + breedte) x 2
D
4 x zijde

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Maak paragraaf 8.1 + 8.2
Kies op basis van je cijfer of je de ondersteunende (6 of lager), doorlopende (tussen 6 en 7) of uitdagende(boven de 7) route maakt.
Let op: Maken zonder nakijken heeft weinig tot geen zin. Kijk dus na als je een paragraaf af hebt.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies