Communicatie lesweek 4 les 2 gespreksstructuur en gespreksdoel

 
gespreks-structuur en gespreksdoel
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

 
gespreks-structuur en gespreksdoel

Slide 1 - Tekstslide

In deze les...
Gaan we kijken naar de OPBOUW van een gesprek; de gespreksstructuur (Communicatie en Gedrag thema 2:  2.1)
Gespreksdoel (Communicatie en Gedrag thema 2: 2.3)



Slide 2 - Tekstslide

Gespreksstructuur 7.1
In de opbouw van een (professioneel) gesprek zijn 4 fasen:

1. Aanloopfase
2.Planningsfase
3.Themafase
4.slotfase

Slide 3 - Tekstslide

1. Aanloopfase
Dit is het begin van het gesprek en de ontmoeting staat centraal. Je zegt gedag, schenkt wat te drinken in. Je maakt een kort praatje, de 'social talk'.  

Social talk is belangrijk om een goede sfeer te scheppen. 

Slide 4 - Tekstslide


Kijk in deze video eens naar de 'social talk' aan het begin van het eerste filmpje en het 2e filmpje (ze worden achter elkaar afgespeeld). 

Wat valt je op? Dat mag je op de volgende dia invullen. 

Slide 5 - Tekstslide

Wat valt je op aan de social talk in het filmpje?

Slide 6 - Open vraag

2. Planningsfase
In de planningsfase maak je afspraken met de ander over het verloop van het gesprek. 

- waarom voer je het gesprek?
- wat is het doel van het gesprek?
- wat zijn de randvoorwaarden van het gesprek (hoe lang het gesprek duurt en of er een besluit of afspraak gemaakt wordt)
- wat is het onderwerp van het gesprek?

Slide 7 - Tekstslide

3. themafase
In de themafase kom je tot de kern. 
Het onderwerp komt aan bod. 

Je bent actief aan het luisteren. Je past LSD toe  = Luisteren, Samenvatten en Doorvragen. (Gaan we mee oefenen tijdens gesprek). Eerst een filmpje LSD:

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

4.Slotfase
In de slotfase rond je het gesprek af. 

Je geeft een korte samenvatting van het gesprek. 
Je vraagt de ander of deze samenvatting klopt. 
De afspraken formuleer je SMART en je legt ze vast. 

En verder nog wat 'social talk' (een gezellig praatje). 

Slide 10 - Tekstslide

L.S.D.
Neem een eenvoudig onderwerp, bijv. je ochtendroutine (vandaag) of een ander actueel onderwerp, in duo's.
De een verteld, de ander luisterd actief, samenvatten en vraagt door.

Slide 11 - Tekstslide

In één overzicht
Gespreksstructuur: 

1. aanloopfase    (begroeting, social talk)
2.planningsfase    (onderwerp, doel, randvoorwaarden,)
3. themafase    (kern)
4. slotfase    (samenvatting, afspraken, social talk)

Slide 12 - Tekstslide

Op de volgende dia zie je een groot deel van het observatieformulier van het intakegesprek uit de opdracht. 

Hierin zie je de opbouw van het gesprek zoals we dat nu geleerd hebben. 

Slide 13 - Tekstslide

Opening
De student opent het gesprek door de gesprekspartner welkom te heten

De student begint een kort praatje om een goede sfeer te scheppen   
De student geeft het doel van het gesprek aan   


Kern
De student stelt open vragen die beginnen met wie, wat, waar, welke, hoe 
De student stimuleert tot doorpraten door het stellen van vervolgvragen
De student geeft de ander ruimte vragen te stellen en te reageren   
De student sluit aan bij de behoeften van de ander (gevoelsreflectie)  
 

Afsluiting
De student herhaalt de belangrijkste punten (samenvatten) en vraagt of alles duidelijk is    
De student maakt duidelijke afspraken  
De student sluit het gesprek af   

Slide 14 - Tekstslide

De kern van het gesprek vindt plaats in
A
aanloopfase
B
planningsfase
C
themafase
D
slotfase

Slide 15 - Quizvraag

Het doel van het gesprek benoem je in
A
aanloopfase
B
planningsfase
C
themafase
D
slotfase

Slide 16 - Quizvraag

Parafraseren (korte stukjes in eigen woorden herhalen) pas je toe in de
A
aanloopfase
B
planningsfase
C
themafase
D
slotfase

Slide 17 - Quizvraag

Afspraken maken doe je in de
A
Aanloopfase
B
planningsfase
C
Themafase
D
Slotfase

Slide 18 - Quizvraag

Heb je nog vragen over de opbouw van het gesprek?

Slide 19 - Open vraag

gespreksdoel (2.3) 
Het gespreksdoel zegt iets over wat je wilt bereiken in een gesprek. 

De meeste doelen kun je ordenen op 
- kennisdoelen
- houdingsdoelen
- gedragsdoelen

Slide 20 - Tekstslide

Kennisdoel
Wat wil je van iemand weten? Of wat wil de ander van mij weten?  

Kennisdoelen hebben altijd te maken met het verzamelen of uitwisselen van informatie, ideeën, standpunten en/of afspraken.

Slide 21 - Tekstslide

houdingsdoel
Bij een gesprek met een houdingsdoel wil je de mening en/of de gevoelens van de ander beïnvloeden.  

Je wilt je cliënt bijvoorbeeld overtuigen dat het leuk is om aan de activiteiten deel te nemen. 

Slide 22 - Tekstslide

gedragsdoel
Bij een gesprek met een gedragsdoel wil je het gedrag van de ander beïnvloeden

Je wilt dat je cliënt zich aan de afspraken gaat houden en geen frisdrank meer drinkt. Zijn begeleidingsdoel is om gezonder te gaan leven. 

Slide 23 - Tekstslide

Welk doel past bij een intakegesprek? en waarom?

Slide 24 - Open vraag

Heb je nog een vraag aan de docent? Of heb je nog feedback over de les?

Slide 25 - Open vraag

Dit is het einde van de les
Bedankt voor je aandacht en tot de volgende les!

Slide 26 - Tekstslide