Anatomie quizje (1)
1 / 10
Lesduur is: 10 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Waar komen gewrichten voor in het lichaam?
A
Rondom je organen
B
In je spijsvertering
C
Tussen 2 losse beenderen
D
Tussen een bot en een spier
Slide 2 - Quizvraag
Het skelet geeft stevigheid.
Wat is een andere functie?
Wat is een andere functie?
A
Bescherming
B
Signalen doorgeven aan de hersenen
C
Beweging
D
A, B en C zijn goed
Slide 3 - Quizvraag
Wat is een zintuig?
A
Bepaalde invloeden uit de omgeving
B
Een orgaan dat reageert op prikkels
C
Een soort 'elektrische signaal' die naar de hersenen gaat
Slide 4 - Quizvraag
Waar bestaat het zenuwstelsel uit?
A
Hersenen en zintuigen
B
Zenuwcellen en zenuwbanen
C
Hersenen en schedel
D
Hersenen, ruggenmerg en zenuwbanen
Slide 5 - Quizvraag
In welke bloedsomloop wordt er zuurstof uit de longen gehaald?
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop
Slide 6 - Quizvraag
Wat meet je bij de polsslag?
A
Hoe vaak het hart klopt
B
De longen die in- en uitademen
C
Beiden
Slide 7 - Quizvraag
Wat is een normale hartslag in rust?
A
20-60 slagen per minuut
B
60-100 slagen per minuut
C
80-120 slagen per minuut
D
120-140 slagen per minuut
Slide 8 - Quizvraag
Wat stroomt er door de longslagader?
A
zuurstofarm bloed
B
zuurstofrijk bloed
C
zuurstofarm bloed en afvalstoffen
D
zuurstofrijk bloed en afvalstoffen
Slide 9 - Quizvraag
Waar bevindt zich de slokdarm in ons lichaam?
A
Tussen de mond en de maag
B
In de dunne darm
C
In de dikke darm
D
Tussen de dunne darm en de dikke darm in
