Zenuwcellen en zenuwen

Planning:
Boeken en huiswerk controle
Uitleg
Oefenvragen
Opdrachten maken
Afsluiting
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Planning:
Boeken en huiswerk controle
Uitleg
Oefenvragen
Opdrachten maken
Afsluiting

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Zenuwcellen
  • Gevoelszenuwcellen
  • Bewegingszenuwcellen
  • Schakelcellen

Bestaan uit een cellichaam en uitlopers

Slide 3 - Tekstslide

Gevoelszenuwcellen
  • Geleid impulsen van zintuig naar het centrale zenuwstelsel
  • Cellichaam vlak bij het centrale zenuwstelsel

Slide 4 - Tekstslide

Bewegingszenuwcellen
  • Geleid impulsen van het centrale zenuwstelsel naar de spieren en klieren
  • Cellichamen liggen in het centrale zenuwstelsel

Slide 5 - Tekstslide

Schakelcellen
  • Geleiden impulsen binnen het centrale zenuwstelsel
  • Verbinden elkaar en de uitlopers van gevoelszenuwcellen met de uitlopers van bewegingszenuwcellen
  • Liggen in geheel in het centrale zenuwstelsel

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Zenuwen
  • Zenuwen: Bundel van uitlopers 
  •  Uitlopers > omgeven door isolerend laagje
  • Zenuw > bedekt met bindweefsel (stevig laagje beschermt de zenuw) 

Slide 8 - Tekstslide

Het ruggenmerg
  • De zenuwen zijn verbonden met de hersenen door het ruggenmerg. 
  • Het ruggenmerg loopt van je hersenstam tot aan je lendenwervels onderaan je rug.

Slide 9 - Tekstslide

Het ruggenmerg

Slide 10 - Tekstslide

Het ruggenmerg

Slide 11 - Tekstslide

Zenuwcellen in ruggenmerg

Slide 12 - Tekstslide

Grijze en witte stof
Grijze stof > Cellichamen van schakelcellen en bewegingszenuwcellen
Witte stof > hierin liggen veel uitlopers 

Slide 13 - Tekstslide

Welke type zenuwcellen is met nummer 2 aangegeven?
A
gevoelszenuwcel
B
schakelcellen
C
bewegingszenuwcel

Slide 14 - Quizvraag

Waar liggen de cellichamen van zenuwcellen?
A
in of vlakbij de zintuig
B
in of vlakbij de centrale zenuwstelsel
C
halverwege de zintuig en centrale zenuwstelsel

Slide 15 - Quizvraag

Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en uit zenuwen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een prikkel?
A
Een invloed uit het milieu op een organisme.
B
Een invloed van het milieu op een organisme.
C
Een invloed uit het milieu op een organisme.

Slide 17 - Quizvraag

Welke zenuwcellen liggen in hun geheel in het centrale zenuwstelsel?
A
gevoelszenuwcel
B
schakelcellen
C
bewegingszenuwcel

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een impuls?
A
een elektrisch signaaltje door een zenuw
B
een verandering in de omgeving
C
een verandering in de omgeving die je kunt waarnemen
D
een elektrisch signaaltje door de zenuw die je kunt waarnemen

Slide 19 - Quizvraag

Welke zenuwcellen geven impulsen aan spieren?
A
Gevoelszenuwcellen
B
Bewegingszenuwcellen
C
Schakelcellen

Slide 20 - Quizvraag

Het centrale zenuwstelsel bestaat uit ..
A
grote hersenen en zenuwen
B
grote hersenen, ruggenmerg
C
grote hersenen, kleine hersenen en ruggenmerg
D
zenuwen, grote hersenen en kleine hersenen

Slide 21 - Quizvraag

De zenuwknoop ligt buiten het centrale zenuwstelsel. In de zenuwknoop vindt je cellichamen van zenuwcellen.

Van welke soort zenuwcellen zijn deze cellichamen?
A
Gevoelszenuwcellen
B
Bewegingszenuwcellen
C
Gemengde zenuwcellen
D
Schakelzenuwcellen

Slide 22 - Quizvraag

Welke soorten zenuwcellen zijn er?
A
Gevoelszenuwcellen, bewegingszenuwcellen en schakelcellen
B
Schakelcellen, hersencellen en bewegingszenuwcellen
C
Gevoelszenuwcellen, kouzenuwcellen en bewegingszenuwcellen

Slide 23 - Quizvraag

Aan het werk
Maken: Opdr.  6 t/m 15
Blz. 9

Huiswerk: Maken 16 t/m 21 
Blz. 16

Slide 24 - Tekstslide