7.4 Krachten in evenwicht

Hoofdstuk 7 Krachten
Paragraaf 7.4 Krachten in evenwicht
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 7 Krachten
Paragraaf 7.4 Krachten in evenwicht

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling
Test je kennis aan de hand van de volgende vragen.

Slide 2 - Tekstslide

Een gewichtheffer kijkt zeer ingespannen.
Kun je krachten zien?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quizvraag

Is er maar één soort kracht?
A
Ja, alle krachten zijn hetzelfde.
B
Nee, er zijn meer soorten krachten.
C
Nee, dat hangt van de plaats af.
D
Ja, dat is de spierkracht.

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de eenheid van kracht?
A
Watt
B
Newton
C
Centimeter
D
Newton per kilogram

Slide 5 - Quizvraag

Wat is bij het TEKENEN van krachten het allerbelangrijkst?
A
Grootte
B
Richting
C
Aangrijpingspunt
D
Allemaal even belangrijk.

Slide 6 - Quizvraag


Welk onderdeel hoort niet bij het tekenen van een kracht?
A
Aangrijpingspunt
B
Lengte van pijl
C
Richting van pijl
D
Dikte van pijl

Slide 7 - Quizvraag

De kracht waarmee de aarde aan voorwerpen trekt
noemen we:
A
Wrijvingskracht
B
Zwaartekracht
C
Magnetische kracht
D
Spankracht

Slide 8 - Quizvraag

het zwaartepunt van een voorwerp zit altijd in het midden van het voorwerp
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Bereken de zwaartekracht op een glas water
met een massa van 0,3 kg.

A
3000 N
B
3,00 N
C
30,0 N
D
300 N

Slide 10 - Quizvraag

Bereken de zwaartekracht op een een stalen balk
met een massa van 375 kilogram.
A
3750 N
B
375,0 N
C
37500 N
D
37,50 N

Slide 11 - Quizvraag

Krachten in evenwicht.
Aan het einde van de les weet je dat er krachten op elkaar werken
Aan het einde van de les weet je wat de effecten zijn van krachten die tegenover elkaar werken

Slide 12 - Tekstslide

Krachten in evenwicht.
Als krachten in evenwicht zijn is het resultaat 0 Newton.
Zie de volgende slides voor voorbeelden.

Slide 13 - Tekstslide

Normaalkracht
De normaal kracht is de kracht die de 
tafelblad loodrecht omhoog uitoefent
op de fruitschaal.
Normaalkracht = zwaartekracht
Er is evenwicht dus de fruitschaal 
komt niet in beweging.

Fn

Slide 14 - Tekstslide

Krachten in evenwicht
Twee krachten zijn evengroot en werken in 
de tegenovergestelde richting.

Daardoor gebeurt er niets. 
De zak beweegt niet omhoog
en niet omlaag.

Slide 15 - Tekstslide

Fnormaal is gelijk aan 
Fzwaartekracht

Slide 16 - Tekstslide

Fnormaal is gelijk aan 
Fzwaartekracht

Slide 17 - Tekstslide

Fnormaal is kleiner dan
Fzwaartekracht
Nijlpaard zakt door plank

Slide 18 - Tekstslide

Resultante kracht

Slide 19 - Tekstslide

Wrijvingskracht is even groot als spierkracht .

Het resultaat van de krachten is 0.

Auto komt niet in beweging.

Slide 20 - Tekstslide

Spierkracht is groter geworden.
Wrijvingskracht is ook groter geworden.

Het resultaat van de krachten is 0.

Auto komt niet in beweging.

Slide 21 - Tekstslide

Spierkracht is groter geworden dan de maximale wrijvingskracht.

De netto kracht positief.
 
Auto komt in beweging.

Slide 22 - Tekstslide

De olifant komt niet in beweging.

Hoe groot is hier de kracht van de olifant?

Slide 23 - Tekstslide

Resultante kracht bepalen

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht 4
1
2
3
4

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht 1
1
2
3
4
5

Slide 26 - Tekstslide

Opdracht 2
1
2
3
4
5

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Als de kracht vooruit groter is dan de kracht achteruit dan komt de fiets versneld in beweging.

Slide 29 - Tekstslide

Opdracht
Maak 7.4 

Slide 30 - Tekstslide