M&A, werken in een leefstijlcentrum Deel A

Deel a
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Deel a

Slide 1 - Tekstslide

Leefstijl
Wat is een gezonde leefstijl?

Slide 2 - Tekstslide

Wat hoort bij een gezonde leefstijl?
A
alcohol
B
roken
C
sporten
D
chips

Slide 3 - Quizvraag

Waardoor ontstaat een verkeerde leefstijl?
A
gewoonte en verleidingen
B
gewoonte en voorbeelden
C
sporten en fietsen
D
hart-en vaatziekten en snacken

Slide 4 - Quizvraag

wat zie je op het plaatje?
A
fijne motoriek
B
grove motoriek

Slide 5 - Quizvraag

wat zie je op het plaatje?
A
fijne motoriek
B
grove motoriek

Slide 6 - Quizvraag

communiceren (3.15)
zender - boodschap - ontvanger
verbaal & non-verbaal
respect
actief luisteren
communicatiemiddelen

Slide 7 - Tekstslide

Hoe heet een storing in de communicatie?
A
irritatie
B
ruis
C
afleiding
D
geluid

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van verbale communicatie?
A
Praatje maken
B
Je vinger opsteken
C
Knikken
D
Blozen

Slide 9 - Quizvraag

Wat is non-verbale communicatie
A
een gesprek aangaan
B
what's app
C
een brief schrijven
D
gezichtsuitdrukking

Slide 10 - Quizvraag

communicatiemiddelen (4.17)

- mondeling
- schriftelijk
- individueel
- massamedia
- sociale media

Slide 11 - Tekstslide

welke communicatievorm zie je hier?
A
mondeling
B
massa media
C
sociale media

Slide 12 - Quizvraag

welke communicatievorm is het meest geschikt als je veel mensen wilt informeren over bijvoorbeeld de oorlog?
A
een brief
B
een telefoongesprek
C
de krant
D
reclame folder

Slide 13 - Quizvraag

opdracht communicatie
maak 2- tallen
tekenopdracht, docent legt uit. 

Slide 14 - Tekstslide

multiculturele samenleving
iemand met een migratie achtergrond ( allochtoon)
iemand met Nederlandse achtergrond (autochtoon)

Slide 15 - Tekstslide

normen en waarden

Slide 16 - Woordweb

normen = (on)geschreven gedragsregels hoe jij je hoort te gedragen. 
Voorbeeld: je houdt de deur open als er iemand achter je aan komt. 
waarden = achterliggende idealen ( dingen die jij/ de groep belangrijk vindt)
 voorbeeld: vriendelijkheid

Slide 17 - Tekstslide

norm
waarde
als iemand valt help je diegene
behulpzaam
je staat op voor ouderen in het OV
respect voor ouderen

Slide 18 - Sleepvraag

aan de slag!
verder deel B

uitleg real-care-baby +
planning real-care-baby tafel 2

Slide 19 - Tekstslide