4.5 De mededelende voorwerps- en onderwerpszin

4.5 De mededelende voorwerps- en onderwerpszin - deel II


We werken verder op de les van dinsdag (WB. p. 122 en verder).

We starten met een korte herhaling van hoe je een accusatief met infinitief vertaalt. Bekijk daarvoor de volgende slide.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnSecundair onderwijs

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

4.5 De mededelende voorwerps- en onderwerpszin - deel II


We werken verder op de les van dinsdag (WB. p. 122 en verder).

We starten met een korte herhaling van hoe je een accusatief met infinitief vertaalt. Bekijk daarvoor de volgende slide.

Slide 1 - Tekstslide

Korte herhaling van de mededelende voorwerps- en onderwerpszin (WB. p. 123)

Slide 2 - Tekstslide

Neem je WB. erbij op p. 126 en probeer de zin 6 te vertalen en de kies de juiste tijdsverhouding. Vul dit op de volgende slides in en controleer vervolgens je antwoord.


Tip:
- polliceri, polliceor, pollicitus = beloven (deponent ww)
- condere, condo, conditus = stichten

Slide 3 - Tekstslide

Oef. 6 p. 126: welke tijdsverhouding heeft de bijzin ten opzichte van de rompzin
A
Voortijdig
B
gelijktijdig
C
natijdig

Slide 4 - Quizvraag

Oef. 6 p. 126: vul de vertaling van deze oefening verder aan:
"Bovendien heb ik aan mijn zoon beloofd dat de Trojanen... "

Slide 5 - Open vraag

Bekijk het vervolg van de opgenomen les over de Ut met conjunctief als mededelende onderwerpszin (theorie in WB. p. 122)


Het fragment zie je op de volgende slide

Slide 6 - Tekstslide

3

Slide 7 - Video

Bekijk de theorie hierover op p. 123


Maak nu oefening 3 op p. 127

De verbetersleutels van de oefingen die je maakte, komen om 11.00 uur online. Vragen kan je vanaf 10.50 uur stellen via de live aan mij.
Succes!

Slide 8 - Tekstslide

09:58
Maak oefening 7-10 op p. 126.
Je komt er zowel onderwerps- en voorwerpszinnen in de vorm van ut + conj. als in de vorm van acc. + inf. tegen.

Slide 9 - Tekstslide

11:10
Medelende onderwerpszinnen in de vorm van acc. + infinitief volgen op 3 soorten werkwoorden. Sleep de voorbeelden van deze werkwoorden naar de juiste omschrijving.
onpersoonlijk werkwoord
passief werkwoord
est met een onzijdig NWD
dicitur
= er wordt gezegd
oportet
= het is nodig
utile est
= het is nuttig

Slide 10 - Sleepvraag

11:10
Bekijk de theorie over de acc. met inf. als onderwerp


Je vindt dit bovenaan p. 123

Slide 11 - Tekstslide

Einde

Slide 12 - Tekstslide