Financiën les 3 LE13

Financiën
Les 3 LE13
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Financiën
Les 3 LE13

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we vandaag doen?
  • Herhaling vorige les 
  • Stukje theorie over belangrijke post/papieren. 
  • Herhaling stof --> quizvragen 
  •  Vragen? 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe je omgaat met post, belangrijke e-mails, en hoe je belangrijke papieren bewaart.
  • Herhalen stof 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wordt bij jullie post van cliënten bewaard?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke post 
  • Belangrijke en niet belangrijke post scheiden 
  • Het openmaken, verstoppen of beschadigen van post die aan een ander is geadresseerd is strafbaar.
  • Post die persoonlijk geadresseerd is wordt over het algemeen bewaard, bijv  verjaardagskaart/uitnodiging, ook papieren van de bank of de verzekering.
  • Reclamemateriaal wegdoen na inzien
  • Brieven kunnen belangrijke informatie bevatten
  • Je kunt belangrijke brieven, etc ook inscannen! 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke papieren 
2 soorten belangrijke papieren:
  • Persoonlijke belangrijke papieren: kaarten, brieven. Kun je bewaren in een doos of ophangen in de kamer van de cliënt.
  • Officiële belangrijke papieren: bewaren in een map waar je dezelfde soort papieren rangschikt. Bankafschriften bij bankafschriften, verzekeringspapieren bij verzekeringspapieren. Zorg dat al deze mappen van de cliënt bij elkaar terug te vinden zijn. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling vorige lessen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is ook alweer de CAO en wat staat hierin?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke sociale wetten ken je?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitkeringen ken je?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is waar over het persoonsgebonden budget (PGB)....
A
Het PGB is een bedrag waar cliënten zelf zorg kunnen inkopen.
B
Kan in 2 verschillende regelingen worden aangevraagd.

Slide 12 - Quizvraag

Antwoord A is juist 

Er zijn 4 regelingen: 
Wet langdurige zorg (Wlz)
Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
Jeugdwet
via de zorgverzekeraar (Zvw-pgb).
Welke toeslagen kunnen cliënten krijgen?

Slide 13 - Open vraag

Huurtoeslag
Zorgtoeslag
Kindgebonden budget
Kinderopvangtoeslag
Persoonsgebonden budget
Ieder mens, dus ook elke cliënt, blijft er recht op houden om te weten wat zijn of haar inkomsten zijn en op welke manier deze besteed worden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Antwoord A is juist
Bewindvoering is...
A
Neemt met en voor cliënt beslissen over persoonlijke zaken als verzorging en verpleging. Cliënt blijft handelingsbekwaam en mag financiën beheren.
B
Cliënt is handelingsonbekwaam, kan bij verslaving en ernstige psychische/verstandelijke problemen. Cliënt ontvangt zakgeld en mag geen financiële handeling doen zonder toestemming van de curator.
C
Gaat over iemands bezit, bijv huis en inkomsten. Cliënt mag niet zelfstandig iets verkopen en krijgt geld om te gebruiken en blijft handelingsbekwaam, mag contracten tekenen.

Slide 15 - Quizvraag

A = mentorschap
B= curatele 
C= bewindvoering 
Wat kun je doen als een cliënt schulden heeft?

Slide 16 - Open vraag

Doorverwijzen 
Begroting maken
Instanties inschakelen 
Naar welke instanties kun je een cliënt met schulden doorverwijzen?

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een begroting?
A
Je salaris en je toeslagen.
B
Een overzicht van alle verwachte inkomsten en uitgaven in een bepaalde periode.

Slide 18 - Quizvraag

Antwoord B is juist. 
Budgetteren is een manier om je inkomsten en uitgaven op elkaar af te stemmen op de korte en de langere termijn.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Antwoord A is juist. 
Wat kun je doen om sneller inzicht te krijgen in je geldzaken?

Slide 20 - Woordweb

Maak email/post dagelijks open
Verwerk je post: moet je iets betalen/verwachtingen?
Log regelmatig in op sites waar je facturen moet betalen
Bewaar belangrijk post in een ordner/digitale map
Controleer je bankafschriften regelmatig
Betaal rekeningen automatisch als dit kan
Heb helder wie de administratie doet

Waar kan je het Nibud voor raadplegen?
A
Pensioen
B
Zakgeld
C
Studie
D
Allemaal juist

Slide 21 - Quizvraag

Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting  informatie financiële zaken. Wil zelfredzaamheid verhogen.

Waar kan je Nibud voor raadplegen?
Pensioen
Zakgeld
Kleedgeld
Studie
Lenen 
Op welke manier kunnen cliënten rekeningen betalen?

Slide 22 - Open vraag

Automatische overschrijvingen
Geld overmaken via de Bank
Met creditcard
Pinpas  


Waar vraag je een ww-uitkering aan?
A
De bank
B
UWV
C
Belastingdienst

Slide 23 - Quizvraag

Antwoord B is juist 
Waar vraag je toeslagen aan?
A
UWV
B
Belastingdienst

Slide 24 - Quizvraag

Antwoord B is juist
Wat doe je met belangrijke papieren/post?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiten 
Leer voor de toets de theoriebronnen en gebruik de PPT's als ondersteuning + maak de opdrachten! 

Maak voor deze week nog de volgende opdrachten: 
Boek Financiën & Administratie
Lees thema: 15
Maak opdr: 32, 35

Succes met de toets! :)

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies