Vraag en aanbod - evenwichtsprijs en -hoeveelheid

H3: Hoe werken markten?

timer
2:00
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H3: Hoe werken markten?

timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

H 3.2: Waar vinden vragers en aanbieders elkaar?



  • Huiswerk bespreken: 19, 20, 21 en 22
  • Lesdoelen;
  • Uitleg marktevenwicht en overschot (vraag en aanbod);
  • Huiswerk volgende les 23, 24 en 25;
  • Reflectie.

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kunt de evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid uitrekenen
  • Je kunt benoemen wanneer de markt niet in evenwicht is en aangeven of er sprake is van vraag- of aanbodoverschot

Slide 3 - Tekstslide

Uitleg en instructie...

Slide 4 - Tekstslide

Aanbod
Het aanbod op de markt is de hoeveelheid die alle producenten samen van een product willen verkopen.


Deze hoeveelheid kan je weergeven met een aanbodlijn
De aanbodlijn geeft de verkoopbereidheid van de verkoper aan

Slide 5 - Tekstslide

Aanbodfunctie
Het aanbod geef je weer met een aanbodfunctie
Qa = aP - b
Qa = aangeboden hoeveelheid
P = prijs van het product
a en b kunnen per situatie verschillen

Slide 6 - Tekstslide

Aanbodlijn tekenen
Om een lijn te tekenen, heb je 2 punten nodig:
  1. Vul Q=0 in de formule in en reken P uit
  2. Vul een prijs (P) in die hoger ligt dan het antwoord bij punt 1 en reken Q uit 
  3. Teken de 2 punten in het assenstelsel in en teken de lijn

Slide 7 - Tekstslide

Marktevenwicht
Wanneer vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn is er marktevenwicht.
Dus  => Qv=Qa

De prijs in het marktevenwicht kunnen we uitrekenen door de vergelijking Qv=Qa op te lossen

Slide 8 - Tekstslide

Aanbodoverschot of vraagoverschot
  • Als prijs hoger is dan het evenwicht => meer aanbod dan vraag => aanbodoverschot (of vraagtekort)=> daalt de prijs.

  • Als prijs lager is dan het evenwicht => meer vraag dan aanbod => vraagoverschot (of aanbodtekort)=> stijgt de prijs.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Oefensom

Gegeven is het volgende marktmodel:

qv = -100p + 600

qa = 50p - 150

a) Bereken evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid

b) Controleer of er in beide gevallen dezelfde evenwichtshoeveelheid uitkomt.

c) Is er bij een prijs van € 4,- sprake van een aanbod- of vraagoverschot?

Slide 11 - Tekstslide

Wat zal er gebeuren als er een vraagoverschot is?
A
De prijs zal stijgen
B
De prijs zal dalen

Slide 12 - Quizvraag

Stel: de vraag naar euro's is $ 13 miljard, het aanbod $ 10 miljard. Er is dus sprake van een vraagoverschot. Als gevolg van dit overschot ...
A
stijgt de wisselkoers en worden producten goedkoper
B
daalt de wisselkoers en worden producten goedkoper.
C
stijgt de wisselkoers en worden producten duurder
D
daalt de wisselkoers en worden producten duurder

Slide 13 - Quizvraag

Leg uit wat de aanbieders van tomaten zullen doen bij een aanbodoverschot.

Slide 14 - Open vraag


Bereken de evenwichtsprijs 
en de evenwichtshoeveelheid.

Slide 15 - Open vraag

Qv = - 30P + 700 en Qa = 20P – 100
Bereken de grootte van het aanbodoverschot bij
P = 18

Slide 16 - Open vraag

Bereken het overschot.
Bereken het overschot bij P = 200
Qv = -P + 900
Qa = 3P - 100
Is dit een vraag- of een aanbodoverschot?

Slide 17 - Open vraag

Zijn er vragen???

Slide 18 - Tekstslide

Maken opdrachten 
Je hebt 15 minuten de tijd voor het maken van 
opdrachten 
Maken: 6.33 - 6.34 en bouwsteen 6.1 


timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Bespreken opdrachten 

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk volgende les
Maken opdrachten: Bouwstenen 6.1 af


Slide 21 - Tekstslide