4.1 Getallen

4.1 Getallen
C1F en C1G
DO 13 OKTOBER
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

4.1 Getallen
C1F en C1G
DO 13 OKTOBER

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gaat het?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Je kunt van een getal zeggen welke waarde de cijfers hebben
  • Je kunt decimale getallen op volgorde zetten
  • Je weet wat delers en veelvouden zijn 
  • Je kunt even en oneven getallen herkennen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarde cijfers
Cijfers: 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 

Getallen worden opgebouwd door cijfers. 



Slide 4 - Tekstslide

We moeten eerst een onderschijt maken tussen cijfers en getallen.  

Getallen worden opgebouwd door cijfers. 

Een groot getal is heeft dus verschillende cijfers en zon cijfer heeft dan een bepaalde waarde. 
Waarde cijfers
Het getal: 4293,68                       Het cijfer 4 heeft in dit getal de meeste waarde

4 heeft de waarde van: 4 x 1000 = 4000               Duizendtallen
2 heeft de waarde van: 2 x 100 = 200                     Honderdtallen
9 heeft de waarde van: 9 x 10 = 90                          Tientallen
3 heeft de waarde van: 3 x 1 = 3                                Eenheden
6 heeft de waarde van 6 x 0,1 = 0,6.                          Tienden
8 heeft de waarde van 8 x 0,01 = 0,08.                    Honderdsten


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk cijfer heeft grootste waarde in het getal: 2305,67?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke waarde heeft de 7 in 8784?
A
7
B
70
C
700
D
0,7

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke waarde heeft de 1 in 23982,13
A
0,01
B
0,1
C
1
D
10

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Decimale getallen
  • Decimale getallen zijn alle getallen met een komma.
  • Alle getallen achter de komma noem je decimalen.
  • Een getal zonder komma noem je een geheel getal

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet de getallen van klein naar groot
1
2
3
4
5
10,01
9,9
10,101
9,99
10

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel gehele getallen staan hiernaast?
A
1
B
2
C
3
D
5

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel getallen hebben twee decimalen?
A
2
B
3
C
5
D
6

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deler / Veelvoud. 
Delers en veelvouden
Delers:
Je kunt 28 delen door 7. Daarom is 7 een deler van 28. 
Veelvoud:
Je kunt 35 delen door 5. Daarom is 35 een veelvoud van 5. 

Slide 13 - Tekstslide

er zijn nog meer delers zoals 1 2 4 14 28
Er zijn nog meer vervouden zoals 5 10 15 20 25 30 enz
Delers en veelvouden
De delers van 24:
1, 2, 3, 4, 6, 8, 12, 24
De eerste vijf veelvouden van 6 zijn:
6, 12, 18, 24, 30

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de eerste vier veelvouden van 3?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de delers van 16?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Oneven en even
-Getallen die deelbaar zijn door 2 zijn even.
Even getallen eindigen op 0, 2, 4, 6 of 8

-Getallen die niet deelbaar zijn door 2 zijn oneven. 
Voorbeelden: 
Even getallen: 16, 300, 24, 56
Oneven getallen: 51, 151, 37, 83

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even getallen

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Boek open
Bladzijde: 176 en verder
Opdracht: 3, 5, 7, 9, 11, 13, 14, 21, 22, 26, 27, 32, 33
Is geen huiswerk. Kijk hoever je komt.
We gaan er morgen mee verder. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies