MTH 2.3.5 Blaaskatheter en Stoma 2023-2024

DA2 Periode 3 Blaaskatheter en Stoma




DA2
Periode 3 | Les 5
Week 12
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

DA2 Periode 3 Blaaskatheter en Stoma




DA2
Periode 3 | Les 5
Week 12

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Medisch technisch handelen

Hoofdstuk 6.10 Katheter
Hoofdstuk 6.10.3 Stoma

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis activeren

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is géén complicatie na het plaatsen van een blaaskatheter?

A
urineweginfectie
B
blaaskrampen
C
gewichtsverlies
D
lekke ballon

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je de katheter die geplaatst wordt door de buikwand net boven het schaambeen?
A
Catheter a demeur (CAD)
B
Nelaton-katheter
C
Tiemann-katheter
D
Suprapubisch katheter

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je dit broekje?
A
Urineopvang systeem
B
Plasverband
C
Incontinentie materiaal
D
Luier

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soort katheter zou dit zijn?
A
Condoomkatheter
B
Verblijfskatheter
C
Suprapubische katheter
D
Nelaton-katheter

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van glijmiddel?
A
desinfecterend
B
vult plooien
C
verdovend
D
soepeler inbrengen van de katheter

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

een veel voorkomende maat voor een blaaskatheter is ... charrière
A
20 - 22
B
8 - 10
C
12 - 14
D
10-12

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er bestaan speciale katheters voor mannen, hoe heet degene met een iets gebogen punt?
A
Catheter a demeur
B
C
Nelaton-katheter
D
Tiemann-katheter

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stoma voor ontlasting?
A
Naturalis Analis
B
Anus praeternaturalis
C
Anis praeternaturalis
D
Urether praeternaturalis

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Blaaskatheter

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De nieren behoren tot 
de uitscheidingsorganen

Het urinewegstelsel bestaat uit de volgende onderdelen:
  • Nieren (renes)
  • Urineleiders( ureter(e)s)
  • Blaas( vesicae)
  • Urinebuis(urethra)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'De weg die de urine maakt'
  1. Nierslagader - bloed gaat naar de nieren
  2. Nierschors - nefronen: bloed wordt gefilterd
  3. Niermerg - nefronen: Fijnere filtering (lis van Henle)
  4. Vervolgens gaat de voorurine door de lis van Henle 
  5. Nefron - Glucose, Zouten en Water worden vanuit het nefron teruggebracht naar het bloed
  6. Nierbekken - vocht en afvalstoffen gaan naar nierbekken (=urine)
  7. Urineleider - urine van het nierbekken via urineleider naar de blaas.
    Via de urinebuis verlaat de urine het lichaam. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een blaasontsteking wordt door bacteriën veroorzaakt. Vaak gaat het om een bacteriesoort die vooral in de darm leeft, maar ook rond de plasbuis voorkomt. Het gaat meestal om de E. coli-bacterie. Bacteriën komen via de plasbuis de blaas binnen, waar ze zich hechten aan de blaaswand en die gaat ontsteken. 

Vrouwen hebben vaker een blaasontsteking dan mannen, omdat de plasbuis van vrouwen korter is dan die van mannen.
Blaasontsteking

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urine-incontinentie
Stress-incontinentie: bij drukverhoging als niezen, lachen springen -> bekkenbodem trainen bij fysio
Urge-incontinentie: plotselinge aandrang en plas niet op kunnen houden -> hele plas wordt verloren -> kan aandoening blaas, zenuwstelsel of bijwerking medicatie zijn -> blaastraining door steeds > 15 min plas uit te stellen -> geen medicatie voor tenzij blaastraining niet helpt bijv. oxybutynine, solifenacine (let op bijwerkingen als maag, obstipatie, suf, wazig zien, droge mond)


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nierbekkenonsteking
  • Nierbekkenontsteking
  • Wanneer urine maar 1 kant op stroomt -> urine loopt vanuit de blaas terug de nier in
  • Soms is urolithiasis (niersteen) ook een oorzaak!
  • Pijn zij, rug, aanvalsgewijs, koorts, ziek, misselijk, braken bij ook nierstenen kolieken
  • Complicatie is urosepsis -> bacteriën bereiken bloed
  • Vaak thuis behandeld
  • Bij chronische pyelonefritis: controle NF -> niertransplantatie of nierdialyse

Slide 17 - Tekstslide

Bij een nierbekkenontsteking ( Pyelonefritis)  is het nierbekken ontstoken. Dit kan zo zijn bij 1 of bij beide nieren. Het komt door bacteriën.
Het nierbekken zit aan de onderkant van de nier. Het is een soort trechter. De nieren maken de plas. De plas stroomt vanuit het nierbekken via de urineleider naar de blaas.
Wanneer wordt een katheter gebruikt?
  • Urineretentie > onvermogen om blaas volledig of gedeeltelijk te legen​
  • Blaasspoelen​
  • Onbehandelbare incontinentie​
  • Afnemen van urine voor kweek​
  • Blaasresidu bepalen > bepalen hoeveel urine er achter blijft na volledig uitplassen 



Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Katheters
Externe katheters zoals condoomkatheter
en interne katheters zoals een blaaskatheter
Suprabubische katheter (via buikwand).

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blaaskatheter
Diameter wordt aangeduid met de maat Charriëre (CH).

Vrouwenkatheters meestal in maat 12 of 14 CH.
Mannenkatheters 14 of 16 CH.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Speciale Mannenkatheters
  • Nelaton-katheter is 40 cm lang en heeft een rechte punt

  • Tiemann-katheter is 40 cm lang en heeft een iets gebogen punt. De Tiemann-katheter wordt gebruikt bij bijvoorbeeld een prostaatvergroting, zodat de katheter makkelijker langs de vernauwing kan.  

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stoma

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een stoma is.... 
Een kunstmatige opening door de buikwand voor afvoer van urine of ontlasting. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende soorten stoma's 
Stoma voor ontlasting = anus praeternaturalis (AP)
Ileostoma
Colostoma

Stoma voor urine = ureter praeternaturalis (UP)
Urostoma

Slide 25 - Tekstslide

Laatste stukje dunne darm, dikke darm 
STOMA ZORG

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overige complicaties
Parastomale hernia
Prolaps
Necrose stoma
Stoma in huidplooi
Verzonken stoma


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie diagnose/interventie
1. Moeite met acceptatie stoma > maatschappelijk werker
2.  Stoma roosje ontwikkeld zich niet goed > Stoma vpk inschakelen
3. Het op zien tegen het ontslag > transfer vpk inschakelen

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Einde les

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies