hoofdstuk 8

Hoofdstuk 8
In dit hoofdstuk leer je over duurzame voeding, verspilling, convenience food en het samenstellen van een maaltijd
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 8
In dit hoofdstuk leer je over duurzame voeding, verspilling, convenience food en het samenstellen van een maaltijd

Slide 1 - Tekstslide

Duurzaam eten
Bij duurzame productie probeer je rekening te houden met mens, dier en milieu




Slide 2 - Tekstslide

De groente en fruitkalender
Eet zoveel mogelijk seizoensproducten. Eet bijvoorbeeld een aardbei niet in december.

Groente en fruit van het seizoen zijn minder belastend voor het milieu dan soorten die zijn geïmporteerd uit landen buiten Europa, per vliegtuig zijn vervoerd, of zijn gekweekt in een verwarmde kas.

Slide 3 - Tekstslide

Vlees en vis
Productie van vlees en zuivel legt een grote druk op milieu en klimaat, daarom stimuleert de overheid mensen om voor duurzaam vlees of vleesvervangers te kiezen. Ook is de overheid samen de veehouderij bezig vervuiling tegen te gaan door bijvoorbeeld milieuvriendelijkere stallen te ontwikkelen. 
Regelmatig vis eten is goed voor onze gezondheid, maar visvangst en –kweek schaden natuur en milieu. Sommige vissoorten dreigen uit te sterven. 


Slide 4 - Tekstslide

Voedselverspilling
Verspilling: Het voedsel dat we geproduceerd hebben, wordt soms zonder dat we het gebruiken weggegooid. Dit noemen we verspilling. 

Ongeveer 14% van de boodschappen in Nederland belandt ongebruikt in de vuilnisbak.
Naar schatting wordt 5% tot 10% van het voedsel verspild omdat het uiterlijk van het voedsel afwijkt.
Ook bij het bereiden van voedsel wordt veel eten weggegooid. 

Slide 5 - Tekstslide

8.06 blz 270 buitenbeentjes
Maak de opdracht tijdens de video. 

    

Slide 6 - Tekstslide

Convenience food
Gemakkelijke voeding. Kant en klaar maaltijden, voorgesneden groenten. Voedingsstoffen zitten er vaak nog in. Beter dan FAST-FOOD. 


Slide 7 - Tekstslide

Voeding voor een baby
Borstvoeding is de beste voeding voor een baby.
Na zes maanden heeft een kind vaste voeding nodig.
Oefenhapjes zijn belangrijk om de mondspieren te trainen. (vanaf 4 maanden)






Slide 8 - Tekstslide

Vitamine K
In flesvoeding zit vitamine K, in borstvoeding niet. 
Vitamine K heeft een baby nodig voor de 
bloedstolling. Als een baby hiervan te 
weinig binnen krijgt kunnen er stollingen 
ontstaan.


Slide 9 - Tekstslide

Voeding en sporters

  • Eet iets licht verteerbaars tot een uur voor het sporten.
  • Eet geen speciale sportrepen.
  • Eet een bruine boterham, krentenbol, banaan of yoghurt.
  • Sport nooit met een lege maag.
  • Eet twee uur van tevoren geen volledige maaltijd meer, dan kun je maagklachten krijgen. 
  • Beter een goede maaltijd na het sporten. 
  • Eet maaltijden met genoeg koolhydraten en eiwitten.
  • Drink genoeg water.

Slide 10 - Tekstslide

Voeding en ouderen
Ouderen hebben vaak last van ondervoeding. Ze drinken te weinig, een tekort aan energie en voedingsstoffen. 

Eetlust bevorderen kun je door:
  • Je kunt het eten aantrekkelijker maken door het mooi op te maken. 
  • Je kunt extra kruiden toevoegen om de smaak te versterken.
  • Je kunt een extra gevarieerde maaltijd aanbieden. 

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag hoofdstuk 8
Theorie blz 263 t/m 283:
8.01 / 8.02 (haal de groente en fruitkalender bij de docent) /8.04
8.05 / 8.06 /8.07 /8.08 / 8.09 (voedselafdruk) / 8.10 / 8.11 / 8.12 / 8.13 / 8.14 
8.15 (in tweetallen) / 8.16 (in tweetallen) / 8.17 / 8.18

Praktijk (blz 80-84): 
8.2 advies voor ouderen / 8.3 voedselverspilling / 8.4 inkopen 

Klaar? Heb je alles gedaan van hoofdstuk 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7??? 

Slide 12 - Tekstslide

De begrippen:
  • Duurzaam eten
  • Seizoensproducten
  • Verspilling
  • Voedselafdruk
  • Convenience food
  • Ondervoeding 

Slide 13 - Tekstslide