Les 45: Koppelteken en trema

Wat hebben deze woorden gemeen?
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
nederlands

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat hebben deze woorden gemeen?

Slide 1 - Tekstslide

vakantie - eiland, milieu - incident, geëvacueerd, hygiënische, olie - industrie?

Slide 2 - Open vraag

Wat gebeurt er met deze woorden als je de woordtekens weglaat?

Slide 3 - Open vraag

Waarom staat er geen woordteken bij radioactief of milieuadvies?

Slide 4 - Open vraag

Samenstelling of afleiding?
vakantie - eiland
A
samenstelling
B
afleiding

Slide 5 - Quizvraag

Samenstelling of afleiding?
milieu - incident
A
samenstelling
B
afleiding

Slide 6 - Quizvraag

Samenstelling of afleiding?
geëvacueerd
A
samenstelling
B
afleiding

Slide 7 - Quizvraag

Samenstelling of afleiding?
video - opname
A
samenstelling
B
afleiding

Slide 8 - Quizvraag

Samenstelling of afleiding?
industriëlen
A
samenstelling
B
afleiding

Slide 9 - Quizvraag

Welk woordteken gebruik je in een samenstelling als de klinkers botsen?
A
trema
B
koppelteken

Slide 10 - Quizvraag

Welk woordteken gebruik je in een afleiding als de klinkers botsen?
A
trema
B
koppelteken

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

Kan je zelf een voorbeeld geven dat dezelfde regel volgt?
Sint - Jansplein

Slide 13 - Open vraag

Kan je zelf een voorbeeld geven dat dezelfde regel volgt?
Oost - Vlaanderen

Slide 14 - Open vraag

Kan je zelf een voorbeeld geven dat dezelfde regel volgt?
22 - jarige

Slide 15 - Open vraag

Kan je zelf een voorbeeld geven dat dezelfde regel volgt?
ex - roker

Slide 16 - Open vraag

Kan je zelf een voorbeeld geven dat dezelfde regel volgt?
voor - en nadelen

Slide 17 - Open vraag

Kan je zelf een voorbeeld geven dat dezelfde regel volgt?
CT - scan

Slide 18 - Open vraag

OOPS !

Slide 19 - Tekstslide

En nu aan de slag! 
- We starten met oefening 3 en 5 (dictee)
- Je maakt oefening 2 zelfstandig                
- Oefening 4 maak je met je buurman         
- Oefening 7 maak je terug zelfstandig       
- Oefening 8 = een taak!                                      

Slide 20 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 21 - Open vraag

Welk woord is correct gespeld?
A
baby - olifant
B
babyolifant
C
tweeënvijftig
D
tweënvijftig

Slide 22 - Quizvraag

Welk woord is correct gespeld?
A
warm - waterbronnen
B
warmwaterbronnen
C
zon en feestdagen
D
zon - en feestdagen

Slide 23 - Quizvraag

Welk woord is correct gespeld?
A
ruïnes
B
ruiines
C
zeeëgels
D
zee - egels

Slide 24 - Quizvraag

Welk woord is correct gespeld?
A
exlief
B
ex - lief
C
bacterieën
D
bacteriën

Slide 25 - Quizvraag