§ 3.2 Op weg naar duurzame energiebronnen

Hoofdstuk 3: Energietransitie;
§3.2 Op weg naar duurzame energie
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3: Energietransitie;
§3.2 Op weg naar duurzame energie

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen § 3.2
  • Je kan de belangrijkste tradiontionele energiebronnen benoemen en beschrijven (incl. voor-en nadelen).
  • Je kan de oorzaken benoemen van de toename van de CO2 voetafdruk.
  • Je kan beargumenteren waarom een overstap naar duurzame energiebronnen noodzakelijk is

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Hoe werkt het broeikaseffect precies?
Zet het in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
6
De aarde heeft een broeikas-effect. 
Daardoor heeft de aarde een aangename temperatuur.
Mensen zorgen voor veel uitstoot.
Er komt meer CO2 in de lucht.
De aarde houdt te veel warmte vast.
Het broeikaseffect wordt versterkt.

Slide 4 - Sleepvraag

Vul in: Als er geen natuurlijk/versterkt - broeikaseffect zou bestaan dan zou de aarde te koud/warm worden.
A
Versterkte Koud
B
Versterkt Warm
C
Natuurlijk Koud
D
Natuurlijk Warm

Slide 5 - Quizvraag

natuurlijk broeikaseffect
Versterkt broeikaseffect
waterstof door verdamping 
Koolstofdioxide door afbraak organisch materiaal
Methaan uit moerassen en venen

Slide 6 - Sleepvraag

Waarom wordt deze gletsjer met een wit doek ingepakt?
A
Dan heeft het dezelfde kleur als de gletsjer zelf en is het effect beter.
B
Wit reflecteert het zonlicht, zodat de gletsjer eronder niet smelt.
C
Wit absorbeert, zodat het doek warm wordt en de gletsjer eronder niet smelt.
D
Zodat de mensen niet direct op de gletsjer kunnen lopen en deze niet snel smelt.

Slide 7 - Quizvraag

Noem de 3 bekende fossiele brandstoffen (ieder antwoord los)

Slide 8 - Woordweb

Stelling 1: De rijkste 1 procent van de bevolking stoot evenveel co2 uit als de armste helft van de wereldbevolking.
Stelling 2: Door de opwarming van de zee heeft Nederland te meer te maken met hevige regenval.
A
Stelling 1 en 2 zijn waar.
B
Stelling 1 en 2 zijn niet waar.
C
Stelling 1 is waar. Stelling 2 is niet waar.
D
Stelling1 is niet waar. Stelling 2 is waar.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is energietransitie?
timer
0:30

Slide 10 - Open vraag

Leerdoelen § 3.2
  • Je kan de belangrijkste tradiontionele energiebronnen benoemen en beschrijven (incl. voor-en nadelen).
  • Je kan de oorzaken benoemen van de toename van de CO2 voetafdruk.
  • Je kan beargumenteren waarom een overstap naar duurzame energiebronnen noodzakelijk is

Slide 11 - Tekstslide

Concept maken § 3.2 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Startopdracht: waar in de conceptmap?

Slide 15 - Tekstslide

Plaats de foto van je concept map hier

Slide 16 - Open vraag

Traditionele hulpbronnen
Fossiele brandstoffen -->  uitputbare energiebronnen 

Conventionele olie en gas

'Makkelijk' te winnen
Conventioneel -> "gewoon"
"normaal"

Slide 17 - Tekstslide

Welke producten kunnen er gemaakt worden van ruwe aardolie?

Slide 18 - Woordweb

Aardolie bewerken
  • Ruwe aardolie bewerken

  • Benzine
  • Nafta (koolwaterstof)
  • Kerosine
  • Gasolie
  • Stookolie
  • Plastic




Slide 19 - Tekstslide

0

Slide 20 - Video

Teerzanden
Oliehoudende afzettingen van zand en klei.

  • Moeilijk te winnen, dus duur proces 
  • Milieu onvriendelijk

Slide 21 - Tekstslide

Teerzand afgraving

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Schaliegas
  • Gesteente met belletjes 
  • Fracking (Explosie)

  • Explosie (chemisch afval)

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Schaliegas, zit vast in kleine zachte steen holtes
Water, zand en chemicaliën worden in de grond gespoten

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Hoe kun je nu het verschil tussen conventionele en onconventionele fossiele brandstoffen uitleggen?

Slide 28 - Open vraag

Huiswerk 
  • Maak de box over fossiele brandstoffen
  • Bestudeer § 3.3 : maak een samenvatting, mindmap of onthoud de kern

Slide 29 - Tekstslide