The Present Perfect - vr 22/1

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The Present Perfect

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What does the present perfect look like?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

What does the present perfect look like?
  • Have + past participle (voltooid deelwoord)
  • I, you, we, they
  • Has + past  participle
  • he, she, it
  • Regular: verb + ed 
  • Irregular: 3rd form

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Which sentence is the present perfect?
A
I bought a dog
B
I have bought a dog
C
I buy a dog
D
I am buying a dog

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which sentence is the present perfect?
A
He lives here for ten years
B
He lived here for ten years
C
He has lived here for ten years
D
He is living here for ten years

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which is correct?
A
He has won the lottery.
B
He have won the lottery.
C
He has win the lottery.
D
He have win the lottery.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which is correct?
A
They have walked here.
B
They have walk here.
C
They has walk here.
D
They has walked here.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Questions + Negations
  • Questions: Put have of has at the beginning of the sentence:
  • Have you bought that dog yet?
  • Negations: put not after have or has
  • He has not won the lottery.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Which is correct?
A
Has bought he a dog?
B
Has he a dog bought?
C
Has he bought a dog?
D
He has bought a dog?

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which is correct?
A
Won we the lottery?
B
Have won we the lottery?
C
Have the lottery we won?
D
Have we won the lottery?

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer Present Perfect?
De Present Perfect gebruik je in de volgende situaties:
  1. Als iets in het verleden begonnen is en nu nogsteeds doorgaat: I have lived here for ten years.
  2. Als iets net is afgelopen (en je merkt nu het resultaat): I have just lost my keys!
  3. Als iets in het verleden is gebeurd maar er staat niet wanneer: My parents have bought a dog.
  4. Om te praten over ervaringen tot nu toe: I have never been to France.

Signaalwoorden: for, yet, never, ever, just, already, since, latel, recently
Ezelsbrug = FYNE JAS

Slide 13 - Tekstslide

ezelsbrug = fyne jas
welk signaalwoord zit niet in fyne jas = lately {maar hoort er wel bij}
F staat voor = for
Y staat voor = yet
N staat voor = never
E staat voor = ever
J staat voor = just
A staat voor = already
S staat voor = since
Postman Pat (just - to deliver) the letters.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

(you - to finish) your homework yet?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

I (not - to be) to Paris before.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

My parents (to buy) a dog.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Dwayne (just - to steal) my pen.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

(Jenske - ever - to go) to France?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Joris (not - to do) his homework yet.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Thomas (to be) in this class for two years.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Mr. Chantrel (never / to listen) to me.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

My parents (to watch) this show since they were seven.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies