P&R: les 2 > Franse tijd/Verlichting/Bastille

De Franse Tijd | Verlichting | Bastille
Wat gaan we behandelen?

Pruiken en Revoluties : les 2
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 6-8

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

De Franse Tijd | Verlichting | Bastille
Wat gaan we behandelen?

Pruiken en Revoluties : les 2

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Je leert: 
  1. Welke tijd bij Pruiken en Revoluties hoort
  2. Geschiedenis van de ontdekkingen, gebeurtenissen en en bekende personen uit deze tijd



Slide 2 - Tekstslide

Tijd van 
Pruiken en Revoluties
Jaartallen: 1700 tot 1800
  • de Franse Tijd
  • Verlichting
  • Bastille
  • Napoleon
  • Binnenland: deftig en duur

Slide 3 - Tekstslide

Bonjour, comment vas tu?
Hallo, hoe gaat het met u? 
Dit is Lodewijk XIV(de veertiende) en de koning van Frankrijk. 
Hij is de baas over Frankrijk en Nederland. 
Lodewijk XIV
Kapsones
Als je kapsones hebt, dan heb je het hoog in je bol. Je vindt jezelf de beste!

Lodewijk heeft absolute macht over alles en iedereen. 
Hij vindt zichzelf heel wat. Hij noemde zichzelf Zonnekoning.

Hij vindt dat hij Goddelijke macht (dezelfde macht als God) heeft en dus kan beslissen over leven en dood en ook boven de wet staat. 

Slide 4 - Tekstslide


De Zonnekoning

  • Lodewijk XIV (1638-1715) was één van de machtigste koningen van Frankrijk. 
  • Hij werd koning toen hij 5 jaar was. 

  • Hij zorgde ervoor dat iedereen naar Lodewijk zou luisteren en dat hij de absolute macht had.
Pak je smartphone of tablet en klik op de link om het paleis van Versailles van binnen te bekijken!

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

0

Slide 9 - Video

De 1e stand
  • De geestelijkheid: de mensen van de kerk. Zij zorgden dat de mensen in de hemel zouden komen. De hoge geestelijken woonden in grote paleizen en hadden vooral rechten (en maar weinig plichten).

  • De geestelijken bezaten veel grond: het waren grootgrondbezitters

Slide 10 - Tekstslide

De 2e stand

  • De edelen: de mensen van adel. Zij zorgen voor het bestuur en de verdediging van het land. Zij woonden in grote paleizen en hadden vooral rechten (en maar weinig plichten).

  • De koning vertrouwde hen niet: daarom mochten (moesten!) ze bij hem in de buurt wonen. Zo kon hij ze in de gaten houden.



Slide 11 - Tekstslide

De 3e stand
  • De boeren en de burgers. Eigenlijk iedereen die niet bij de 1e of 2e stand hoorde. Daarom waren er in de 3e stand ook grote verschillen. Zo had je de rijke burgerij, de bourgeoisie. Dit waren mensen met een eigen bedrijf of een diploma.

  • De 3e stand had alle plichten: zij moesten bijvoorbeeld wél belasting betalen.



Slide 12 - Tekstslide


De Verlichting
vanaf ±1700



  • Een periode waarin mensen hun kennis (willen) vergroten, door steeds meer uit te gaan van het verstand (rede, ratio)

  • Hierdoor krijgen mensen ook meer kritiek op de koning, de Kerk en de adel.

Slide 13 - Tekstslide


Misoogst
1788



  • Door mislukte oogsten waren de graanprijzen (en dus ook de prijs van brood) enorm gestegen. Er ontstonden zelfs hongersnoden.

  • Ondertussen moest de 3e stand wél veel belasting betalen.

Slide 14 - Tekstslide


Frankrijk gaat failliet
mei 1789



  • Feesten, paleizen, bestuur en oorlogen kosten heel veel geld, maar het geld is op. 
  • Koning Lodewijk XVI wil graag meer geld hebben, en roept daarom (voor het eerst in 175 jaar) de Staten-Generaal bij elkaar. De vergadering van de 3 standen.

Slide 15 - Tekstslide




  • De 3e stand hoopt dat de koning nu eindelijk eens naar hen zou luisteren: verlaging van de belasting en/of afschaffing van de privileges. 
  • Helaas: er gebeurt erg weinig. Dit komt ook omdat er per stand wordt gestemd. En de koning heeft altijd de adel en de geestelijkheid mee.

  • De leiders van de 3e stand zijn boos en teleurgesteld, en lopen weg...

Slide 16 - Tekstslide




De 3e stand hoopt dat de koning nu eindelijk eens naar hen zou luisteren: verlaging van de belasting of afschaffing van de privilieges. 
Helaas: er gebeurt erg weinig. Dit komt ook omdat er per stand wordt gestemd. En de koning heeft altijd de adel en de geestelijkheid mee.

De leiders van de 3e stand zijn boos en teleurgesteld, en lopen weg...

Slide 17 - Tekstslide


Eed op de kaatsbaan
juni 1789



  • De 3e stand begint zijn eigen vergadering: de Nationale Vergadering.
  • Een deel van de 1e en 2e stand sluit zich hierbij aan.
  • Op een kaatsbaan spreken ze af pas uit elkaar te gaan als er een nieuwe grondwet is.

Slide 18 - Tekstslide


Eed op de kaatsbaan
1789



De 3e stand begint zijn eigen vergadering: de Nationale Vergadering.
Een deel van de 1e en 2e stand sluit zich hierbij aan.
Op een kaatsbaan spreken ze af pas uit elkaar te gaan als 
er een nieuwe grondwet is.

Slide 19 - Tekstslide


Hoe bereik je het volk?




  • Niet iedereen kon lezen, zeker niet in de 3e stand. 
  • Maar spotprenten? Die begreep iedereen!

  • Deze spotprenten werden meestal gemaakt door de bourgeoisie.
Geestelijkheid
De 1e stand
Adel
De 2e stand
De 3e stand
Alle mensen die niet bij de 1e of 2e stand horen.

Slide 20 - Tekstslide

Pruiken en Revoluties
Hier zitten we nu!

Slide 21 - Tekstslide

Hoe heet het huidige tijdvak?

Slide 22 - Open vraag

Dit symbool
Wat je hier ziet is een snijmachine. 
Voor hoofden. 
De Fransen noemden het een guillotine. 
In plaats van mensen op te hangen was dit een andere manier om ter dood veroordeelden te straffen.

Slide 23 - Tekstslide

Hoe noem je het wapen waar ze mensen mee straften?

Slide 24 - Open vraag

Tijd van 
Pruiken en Revoluties
Jaartallen: 1700 tot 1800
  • de Franse Tijd
  • Verlichting
  • Bastille
  • Napoleon
  • Amerika en slaven

Slide 25 - Tekstslide

Noem 3 onderwerpen die we gaan behandelen?
Lees terug in de vorige dia als je het antwoord niet weet.

Slide 26 - Open vraag

Na het rampjaar 1672...
Na het rampjaar 1672 was de Gouden Eeuw van Nederland voorbij. 
Verzwakt als we waren na onze strijd tegen Filips II uit Spanje werden we aangevallen door de Engelsen en de Fransen. 

Frankrijk werd hier in Nederland de baas. 

Slide 27 - Tekstslide

Wist je dat?
Pruiken in deze eeuw erg populair waren? 
Alleen de rijkste mensen droegen het.
Ze werden gemaakt van paardenstaarten, maar nooit gewassen.
Heel veel volwassenen zaten ònder de vlooien!
Wist je dat?
De rijke mensen zonlicht vermijdden? 
Als je gezicht of armen bruin waren door de zon, dan was je vast een arbeider en de hele dag buiten. 
Daarom poederden ze hun gezicht wit met krijt of loodwit (bevat de giftige stof lood)
Om nog een beetje kleur op hun wangen te krijgen knepen ze erin!

Wist je dat?
De rijke mensen zich zelden wasten?
Daarom droegen ze eau de cologne, een soort deodorant.
Dat stinkt ook, maar anders...


Wist je dat?
De rijke mensen duren kleren in laagjes droegen?
De vrouwen droegen een corset om hun middel. Een corset is een harnas wat je met veters aan kunt trekken. Ze wilden er graag slank uitzien!
Maar daardoor vielen ze soms zelfs flauw, want je borstkas moet wel kunnen ademen.
Dat vonden ze ook wel leuk! Lekker een beetje aandacht...
'Oh, ik krijg geen lucht'. Weet je ook weer waar die waaier voor is...

Slide 28 - Tekstslide

Stuur een foto in van een pruik

Slide 29 - Open vraag

Wat weet jij nog van pruiken, corset, witte gezichten?

Slide 30 - Open vraag

Standenmaatschappij
Frankrijk kende een standenmaatschappij. 
De bevolking was in drie delen verdeeld.

De eerste stand: geestelijkheid (2% van de bevolking)
De tweede stand: adel (3% van de bevolking)
De derde stand: burgers (95% van de bevolking)
Niet eerlijk
De geestelijkheid en de adel had veel macht, bepaalde de regels en hoefde zelfs geen belasting te betalen maar mocht dit wel innen. 

De derde stand: burgers moest alle belasting betalen, oorlog voeren en betaalde voor alle luxe van de eerste en tweede stand.
Wie snapt deze spotprent?
Op dit plaatje zie je de drie standen. 
Het is een plaatje om iemand belachelijk te maken. 
Wie? Wat gebeurt er dan?

Slide 31 - Tekstslide

Welke 3 standen waren er?

Slide 32 - Open vraag

Verlichting
Toch waren alle mensen het niet eens met deze oneerlijke verdeling. 
De ideeen van Hugo de Groot (alle mensen hebben rechten) en Spinoza (vrijheid van meningsuiting) werden bekender. Ook Voltaire, een Franse filosoof had een mening. (iedereen mag zijn eigen gelof kiezen, wees tolerant en verdraagzaam)
Wat is de Verlichting?
De Verlichting is een idee: Alles willen begrijpen door je verstand te gebruiken. En als je dat gebruikt klopt die standenmaatschappij ook niet. Dat is niet eerlijk. Elk mens is gelijk. 

Slide 33 - Tekstslide

Bestorming van de Bastille
De uitgehongerde, arme mensen bestormen de Bastille. Dat is een gevagenis en een wapendepot. (plaats waar ze wapens bewaren)
Ze bevrijdden de gevangenen (wiens straf was geen belasting te hebben betaald) en stalen de wapens. 
Op naar het koninklijk hof! Revolutie! 

Slide 34 - Tekstslide

Bekend schilderij
Dit is een bekend schilderij, gemaakt wegens de revolutie in Frankrijk. 
Een revolutie is een opstand. 
Je ziet hier een vrouw met de Franse vlag. Ze staat symbool voor de Franse geest. Ook de jongen rechts mag vechten en de man van adel, links. 
Iedereen is gelijk! 

Slide 35 - Tekstslide

Onafhankelijksoorlog
Het Noorden en het Zuiden van Amerika hebben oorlog.
Reden is de verdeling van arm/rijk en slaven. 
Uiteindelijk wordt slavernij afgeschaft en breken de Verenigde Staten met  Engeland. Ze zijn zelfstandig, zonder koning! 

Slide 36 - Tekstslide

Je suis Napoleon
Ik ben Napoleon Bonaparte. 
De grootste generaal en legerleider die er ooit geleefd heeft.
Ik ben misschien niet zo groot, maar zo denk ik niet over mezelf. 
Ken je Slag bij Ruijenrode? Daar was ik ook!
Maar bij Waterloo werd ik verslagen. 

Slide 37 - Tekstslide

Bedankt voor je inzet.
  • Schuif je stoel aan
  • Ruim je spullen op
  • Verlaat het lokaal rustig

Slide 38 - Tekstslide

Bedankt voor je inzet.
  • Schuif je stoel aan
  • Ruim je spullen op
  • Verlaat het lokaal rustig

Slide 39 - Tekstslide