Leestekens en hoofdletters H6

Welkom                1.5 Spelling
Werkwoordspelling tegenwoordig tijd!
+
leestekens. ? ! 
+ hoofdletters
Je pakt:
-laptop/boek

Log in:
LessonUp, ik heb deze les gedeeld:
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom                1.5 Spelling
Werkwoordspelling tegenwoordig tijd!
+
leestekens. ? ! 
+ hoofdletters
Je pakt:
-laptop/boek

Log in:
LessonUp, ik heb deze les gedeeld:

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een leesteken is een teken voor het lezen.

. = zin is afgelopen
? = zin is een vraag
! = zin met nadruk lezen
, = pauze
H = begin van de zin óf naam
Jan, dit boek is leuk.
Vind jij dat ook, Marie?
Zeker!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De komma
Het moeilijkste leesteken.

Een komma zorgt ervoor dat je een zin makkelijker kunt lezen.

Het is een rustpunt in de zin.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer?
Tussen twee persoonsvormen.
Toen ze dat verteld had, begon iedereen te juichen.

Tussen twee werkwoorden die tot verschillende zinnen behoren.
Als jij niet belt, bel ik zelf wel even.

Als er midden in de zin een voegwoord staat. Bijvoorbeeld bij omdat, doordat, zoals, terwijl, aangezien, want en maar.

Ik kan niet naar het feest, omdat ik dan op vakantie ben. 
Zij kon niet slapen, doordat haar broertje snurkte.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je hoofdletters?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Aan het begin van een zin
Aan het begin van een zin, schrijf je een hoofdletter.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afgebroken woord
Als een zin begint met een afgebroken woord, schrijf je het eerstvolgende volledige woord met een hoofdletter.

's Avonds liep ik naar huis. 
'k Vind dat niet normaal.  

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Namen
Namen worden met een hoofdletter geschreven. 

Familie Dijkhuizen 
Jan 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aardrijkskundige namen
\
Maar ook bijvoorbeeld voor bergen, rivieren, woestijnen, hemellichamen.

Bijvoorbeeld:
de Pyreneeën, de Schelde, de Sahara, de Poolster



Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tussenvoegsels in achternamen
Een tussenvoegsel in een achternaam krijgt alleen een hoofdletter als er géén naam of initiaal voor staat. 

Mevrouw Te Brink 
Familie El Idrissi 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Merknamen
Merknamen worden met een hoofdletter geschreven. 

Coca-Cola
Heineken
Philips

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feestdagen e.d.
Namen van feestdagen, religieuze dagen en gedenkdagen krijgen een hoofdletter. 

Pasen
Offerfeest 
Kerstmis 
Suikerfeest 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Historische gebeurtenissen
Historische gebeurtenissen schrijven we met een hoofdletter.

De Tweede Wereldoorlog 
De Koude Oorlog 
Februaristaking 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar moeten de hoofdletters? Typ:
marco van der veen

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Typ de zin over en zet op de juiste plek hoofdletters.

'ik ga met anna naar amerika.'

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Even  nadenken

Slide 17 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?
Welke vragen wil je nog stellen?
Wat is de juiste schrijfwijze?
A
Dhr. a. van der star
B
Dhr. A. van der Star
C
Dhr. A. van Der Star
D
Dhr. A. Van der Star

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
Het noorden
B
Het norden
C
Het Norden
D
Het Noorden

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
Volvo
B
volvo
C
Volvoo
D
volvoo

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
pasen
B
Paasen
C
Pasen
D
paasen

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
's Middags begin ik..
B
'S Middags begin ik..
C
'S middags begin ik..
D
's middags begin ik..

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
Hoofdstuk 6, paragraaf 6.5 Spelling, opdracht 5, 6, 7, 8, 9, 10.


Hoe
Alleen en in stilte
Tijd
rest van de les
Klaar?
doe stil iets voor jezelf.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies