3KT herhalen zinsdelen en woordsoorten

Nederlands 3KT
Grammatica zinsdelen
Grammatica woordsoorten
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Nederlands 3KT
Grammatica zinsdelen
Grammatica woordsoorten

Slide 1 - Tekstslide

Planning
1. Aanwezigheid
2. Herhaling zinsdelen
3. Oefenen zinsdelen
4. Herhaling woordsoorten
5. maandag 20/12 TOETS zinsdelen en woordsoorten

Doel van deze les: voorbereiden op de toets

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Paula heeft vorige maand een blauwe pen aan Yigal gegeven.
pv:     heeft
ow:    Paula
wg:    heeft gegeven
lv:       een blauwe pen
mv:    aan Yigal
bwb:  vorige maand

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de pv in de zin:
De leerlingenraad zoekt dit schooljaar nieuwe leden.

Slide 5 - Open vraag

Wat is het ow in de zin:
De leerlingenraad zoekt dit schooljaar nieuwe leden.

Slide 6 - Open vraag

Wat is wg in de zin:
De leerlingenraad zoekt dit schooljaar nieuwe leden.

Slide 7 - Open vraag

Wat is lv in de zin:
De leerlingenraad zoekt dit schooljaar nieuwe leden.

Slide 8 - Open vraag

Wat is mv in de zin:
De leerlingenraad zoekt dit schooljaar nieuwe leden.

Slide 9 - Open vraag

Wat is bwb in de zin:
De leerlingenraad zoekt dit schooljaar nieuwe leden.

Slide 10 - Open vraag

Wat is het pv in de zin:
Vorig seizoen heb ik een paar voetbalschoenen versleten.

Slide 11 - Open vraag

Wat is het ow in de zin:
Vorig seizoen heb ik een paar voetbalschoenen versleten.

Slide 12 - Open vraag

Wat is het wg in de zin:
Vorig seizoen heb ik een paar voetbalschoenen versleten.

Slide 13 - Open vraag

Wat is lv in de zin:
Vorig seizoen heb ik een paar voetbalschoenen versleten.

Slide 14 - Open vraag

Wat is mv in de zin:
Vorig seizoen heb ik een paar voetbalschoenen versleten.

Slide 15 - Open vraag

Wat is het bwb in de zin:
Vorig seizoen heb ik een paar voetbalschoenen versleten.

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

De nieuwe verkoopster legde het artikel op de toonbank.
OP
A
zelfstandig naamwoord
B
voorzetsel
C
voegwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 18 - Quizvraag

De nieuwe verkoopster legde het artikel op de toonbank.
TOONBANK
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
voegwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 19 - Quizvraag

De nieuwe verkoopster legde het artikel op de toonbank.
NIEUWE
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
voegwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 20 - Quizvraag

Let op
Bedenk een zin met lw - bn - zn - ww - vz - lw - zn

de - oude - man - loopt - naar - de - supermarkt

Slide 21 - Tekstslide

Bedenk een zin met:
lw - zn - ww - vz - lw - zn

Slide 22 - Open vraag

Noteer het voegwoord:
Aznar had Tim uitgenodigd voor zijn verjaardag, maar hij kon niet komen.

Slide 23 - Open vraag

Noteer het voegwoord:
Romy leest haar e-mail, terwijl ze een broodje eet.

Slide 24 - Open vraag

Toets woensdag
Let op bij vragen over de zinsdelen:
Noteer pv - ow - wg - lv - mv - bwb. Zet een streepje als zinsdeel niet in de zin staat. 

Antwoord als volgt:
pv=
ow=
wg=
lv=
mv=
bwb=


Slide 25 - Tekstslide