Meeloopmiddag

Welkom!
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk je aan bij het
vak geschiedenis?

Slide 2 - Woordweb

De Verenigde Oost-Indische Compagnie

Slide 3 - Tekstslide

V.O.C.

Slide 4 - Woordweb

Wat betekent VOC?
A
Vaders Over Chocolade
B
Verenigde Oost-Indische Compagnie
C
Verre Oosten Compagnie
D
Verenigde Oosten Compagnie

Slide 5 - Quizvraag

Wat is handel?
A
Geld geven zodat iemand anders wat kan kopen.
B
Iets krijgen om daarna weer weg te geven.
C
Iets kopen om het daarna weg te geven.
D
Iets kopen om het daarna voor meer geld te verkopen.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een compagnie?
A
Een baas van het leger.
B
Een ingepikt land.
C
Een bedrijf.
D
Een baas van het land.

Slide 7 - Quizvraag

3

Slide 8 - Video

00:54
Waar werd dit voc schip voor gebruikt?
A
Handel
B
Avontuur
C
Vakantie
D
Verkoop

Slide 9 - Quizvraag

01:29
Waar voer de voc naartoe?
A
Afrika
B
Europa
C
Amerika
D
Azië

Slide 10 - Quizvraag

02:49
Waar komt de uitdrukking 'peperduur' vandaan.

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Specerijen
  • Erg interessant, meer smaak, langere houdbaarheid, medicijn.

  • Groeit alleen in Zuidoost-Azië.

  • Door lange route, met veel tussenhandel zijn specerijen peperduur.

Slide 13 - Tekstslide

Herken jij deze VOC producten?
Koffie
Gember
Foelie
Kruidnagel
Nootmustkaat
kaneel
Peper

Slide 14 - Sleepvraag

Waarom gingen de Nederlanders lange en gevaarlijke zeereizen maken?

Slide 15 - Open vraag

Veel kon misgaan tijdens de reis. Waarom namen ze zoveel risico?

Slide 16 - Open vraag

Waarom kochten mensen aandelen in de VOC?
A
Omdat ze het hout van de schepen mooi vonden
B
Om een deel van het schip te mogen hebben.
C
Om zeelui te zien werken.
D
Om een stukje van de winst te krijgen.

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een concurrent?
A
Als iemand hetzelfde verkoopt aan mensen.
B
Als iemand dezelfde baas heeft als jij.
C
Een klein beestje dat op een schip leeft.
D
Een groot schip.

Slide 18 - Quizvraag

Waarom gingen de Nederlanders lange en gevaarlijke zeereizen maken?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Link

Los de rebus op

Slide 21 - Open vraag