6.3.2.
1 / 25
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Woord 1
Slide 2 - Open vraag
Woord 2
Slide 3 - Open vraag
Woord 3
Slide 4 - Open vraag
Zin 1
Slide 5 - Open vraag
Hij verrichtte onderzoek.
Persoonlijk vnw.
Persoonlijk vnw.
Slide 6 - Open vraag
Zin 2
Slide 7 - Open vraag
Het schip loosde het grootste deel van de oliën in zee.
Bepaling van plaats.
Bepaling van plaats.
Slide 8 - Open vraag
Het schip loosde het grootste deel van de oliën in zee.
Lijdend voorwerp
Lijdend voorwerp
Slide 9 - Open vraag
Zin 3
Slide 10 - Open vraag
Hij heeft me iets verteld over de chemische lozingen van de fabrieken.
tijd?
tijd?
Slide 11 - Open vraag
Hij heeft me iets verteld over de chemische lozingen van de fabrieken.
Meewerkend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Slide 12 - Open vraag
leiden
ik ...
ik ...
A
leid
B
leidt
Slide 13 - Quizvraag
leiden
Meester jan ...
Meester jan ...
A
leid
B
leidt
Slide 14 - Quizvraag
leiden
... je?
... je?
A
leid
B
leidt
Slide 15 - Quizvraag
leiden
... je oma?
... je oma?
A
leid
B
leidt
Slide 16 - Quizvraag
vermoeden
ik ...
ik ...
A
vermoed
B
vermoedt
Slide 17 - Quizvraag
vermoeden
Meester Jan ...
Meester Jan ...
A
vermoed
B
vermoedt
Slide 18 - Quizvraag
vermoeden
... je oma?
... je oma?
A
vermoed
B
vermoedt
Slide 19 - Quizvraag
vermoeden
... je?
... je?
A
vermoed
B
vermoedt
Slide 20 - Quizvraag
belanden
... je oma?
... je oma?
A
vermoed
B
vermoedt
Slide 21 - Quizvraag
belanden
Meester Jan ...
Meester Jan ...
A
vermoed
B
vermoedt
Slide 22 - Quizvraag
belanden
Ik ...
Ik ...
A
vermoed
B
vermoedt
Slide 23 - Quizvraag
belanden
... je?
... je?
A
vermoed
B
vermoedt
