S2 Thema wonen

Thema 5: Wonen
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2PraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 5: Wonen

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je leren?
Woordjes over het huis
Preposities
Korte toets: dinsdag 12 maart 2024

Slide 2 - Tekstslide

Waar woon je?
timer
0:30

Slide 3 - Open vraag

In wat voor huis woon je?
timer
0:20
rijtjeshuis
een appartement
studio
hoekwoning
vrijstaand huis
anders...

Slide 4 - Poll

Hoeveel slaapkamers heeft jouw huis?

timer
0:30

Slide 5 - Open vraag

Wat vind je fijn in je huis? 

Slide 6 - Tekstslide

Kamers in mijn huis

Slide 7 - Woordweb

Wat vind je niet zo fijn in je huis?
timer
0:30

Slide 8 - Open vraag

Wat is de fijnste ruimte in jouw huis?
timer
1:00

Slide 9 - Open vraag

Ik....

A
slaap
B
heeft
C
bent
D
kijkt

Slide 10 - Quizvraag

Je....

A
woon
B
ben
C
koopt
D
vinden

Slide 11 - Quizvraag

We....

A
werkt
B
gaat
C
woon
D
werken

Slide 12 - Quizvraag

Hij/Ze....

A
is
B
kijk
C
bent
D
hebt

Slide 13 - Quizvraag

Sleep alle werkwoorden naar 'werkwoorden'
Alles wat geen werkwoord is sleep je naar 'geen werkwoord'.
Werkwoord
Geen werkwoord
huis
goede
verhuizen
heb
zijn
hond
tafel
bloempje
tas
rood
tent
bijzonder
denken
lopen
huilen
moeten
wil
geeft

Slide 14 - Sleepvraag

Werkwoord zijn
bent
zijn
ben
zijn
is
ik
je
hij/ze
we
jullie
ze/jullie

Slide 15 - Sleepvraag

Werkwoord hebben
hebben
hebt
hebben
heeft
heb
ik
jij
hij/ze
we
jullie
ze/jullie

Slide 16 - Sleepvraag

Wat is goed?
A
Je bent geslapen
B
Hij kijkt voetbal
C
Jullie eten willen
D
We komt kijken

Slide 17 - Quizvraag

Wat is goed?
A
We helpt willen
B
Hij wil helpen
C
Hij willen helpt
D
Hij willen helpen

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een goede zin?
A
Lisa en Sem in een flat wonen
B
Wonen in een flat Lisa en Sem
C
In een flat Lisa en Sem wonen
D
Lisa en Sem wonen in een flat

Slide 19 - Quizvraag

Ik
Je/U
Hij/Ze
We/Jullie/Ze
slaap 
hebt
is
woon
hebben
bent
zijn
heeft
werk
koopt
gaat
wonen
kies
woont
werkt
werken
kijk
kijkt
betaalt
vinden
deel
helpt
komt
willen

Slide 20 - Sleepvraag

Ik vond deze les....
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 21 - Poll

Jouw droomhuis

Slide 22 - Tekstslide

Waar is jouw droomhuis?

Slide 23 - Tekstslide

Wat vind jij belangrijk?
zwembad
grote keuken
grote tuin
dierenverblijf
garage
mooi uitzicht
een leuke buurt

Slide 24 - Poll

Er is een zwembad ... de tuin
A
op
B
in
C
boven
D
door

Slide 25 - Quizvraag

Mijn bed staat ... het raam.
A
in
B
boven
C
bij
D
tussen

Slide 26 - Quizvraag

Mijn laptop staat ... de tafel
A
op
B
tussen
C
in
D
over

Slide 27 - Quizvraag

Jouw jas hangt ... de kapstok
A
tussen
B
aan
C
onder
D
achter

Slide 28 - Quizvraag

Mijn kamer is ... de badkamer en de keuken.
A
over
B
in
C
op
D
tussen

Slide 29 - Quizvraag

opdracht
Maak opdrachten 1, 2, 3 en 4 in Begin Vandaag (p.74-75).
Schrijf de antwoorden in je schrift.

Slide 30 - Tekstslide

Er staat... (There is...)
Er staat een stoel bij mijn tafel.
Er staan twee tafels op de gang.
Er is een grote badkamer.
Er staat een rode Ferrari in de garage.

Slide 31 - Tekstslide

Maak een zin met 'Er staat...'
Je mag alleen noemen wat in de klas staat!

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Link