In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Waarnemen en reageren
4.2 - Zien en horen
Open alvast Lessonup
Slide 1 - Tekstslide
Hoofdstuk 4 - Waarnemen en reageren
4.1 - Waarnemen
4.2 - Zien en horen
4.3 - Proeven, ruiken, voelen
4.4 - Zenuwstelsel
4.5 - Reageren
4.6 - Reageren door hormonen
Slide 2 - Tekstslide
Dilemma op dinsdag
Trommelvlies of oorvlies? ->
Slide 3 - Tekstslide
Dilemma op dinsdag
Hoornlaag of hoornvlies?
Slide 4 - Tekstslide
Wijs 2 zintuigen bij jezelf aan!
Slide 5 - Tekstslide
Lesprogramma
Leerdoelen 4.2 (3 minuten)
Uitleg theorie + lessonup vragen 4.2 (20 minuten)
Opdracht oor of oog maken (10 minuten)
Leerdoelen vragen (5 minuten)
Slide 6 - Tekstslide
Doel van de paragraaf
Je kunt de bouw en werking van je ogen beschrijven.
Je kunt de bouw en werking van je oren beschrijven.
Slide 7 - Tekstslide
Turflijstje maken
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Deel 1, het oog
Slide 10 - Tekstslide
Bescherming van het oog
Slide 11 - Tekstslide
4.2 Wat is de functie van de wimpers?
A
Beschermd je ogen tegen de wind
B
Haalt alleen zweet weg
C
Haalt alleen stof weg
D
Haalt beide zweet en stofjes weg
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de functie van de wenkbrauwen?
A
Vocht verspreiden
B
Zweet of vocht langs de ogen laten lopen
C
Zweet of vocht in de ogen laten lopen
D
Traanvocht produceren
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de taak van een traanklier?
A
maakt traanvocht
B
houdt stofjes tegen
C
zorgt ervoor dat het oog kan sluiten
D
geeft de iris een kleur
Slide 14 - Quizvraag
Werking van het oog
Slide 15 - Tekstslide
Het hoornvlies is een deel van het ........
A
netvlies
B
harde oogvlies
Slide 16 - Quizvraag
Wat is de functie van het hoornvlies?
A
Het samentrekken van de pupil met behulp van spieren.
B
Het regelen van het licht in het oog.
C
Beschermen van het oog en het breken van licht.
D
Het zorgen voor het scherp kunnen zien van voorwerpen.
Slide 17 - Quizvraag
De gele vlek:
A
Een plek met zintuigcellen waar je het scherpst ziet
B
Regelt de hoeveelheid licht die in het oog valt
C
Stuurt impulsen naar de hersenen
D
is een lichtdoorlatende beschermlaag
Slide 18 - Quizvraag
De blinde vlek........
A
wordt gekenmerkt door te veel zintuigcellen
B
is de plek waar de oogzenuw de oogbol verlaat
C
zit vlak achter de gele vlek
D
wordt op oudere leeftijd steeds groter
Slide 19 - Quizvraag
Blinde vlek Op de blinde vlek valt geen licht.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 20 - Quizvraag
verdeling staafjes en kegeltjes
Slide 21 - Tekstslide
Staafjes...
A
zitten niet in de gele vlek, wel in de blinde
B
zitten niet in de gele vlek en niet in de blinde
C
zitten in de gele vlek en niet in de blinde
D
zitten in de gele vlek en in de blinde
Slide 22 - Quizvraag
de kegeltjes in het netvlies zijn voor
A
beeldvorming
B
kleuren zien
C
scherpte van het beeld
D
zwart/wit zien
Slide 23 - Quizvraag
Wat is de prikkel van staafjes?
A
geluid
B
licht
C
smaakstoffen
D
geurstoffen
Slide 24 - Quizvraag
Accomoderen
Slide 25 - Tekstslide
Bril nodig?
Verziend?
Dichtbij onscherp, bolle lens +
geen bril = hoofdpijn
Bijziend?
Veraf onscherp, holle lens -
Slide 26 - Tekstslide
pupil
Slide 27 - Tekstslide
Doel van de paragraaf
Je kunt uitleggen hoe je ogen worden beschermd.
Je kunt de bouw en werking van je ogen beschrijven.
Je kunt uitleggen waardoor je kleuren kunt zien.
Je kunt uitleggen waardoor je scherp kunt zien.
Je kunt uitleggen hoe je pupillen groter en kleiner kunnen worden.
Slide 28 - Tekstslide
4.2 - Zien en horen
Slide 29 - Tekstslide
Hoofdstuk 4 - Waarnemen en reageren
4.1 - Waarnemen
4.2 - Zien en horen
4.3 - Proeven, ruiken, voelen
4.4 - Zenuwstelsel
4.5 - Reageren
4.6 - Reageren door hormonen
Slide 30 - Tekstslide
Lesprogramma
Leerdoelen bespreken
Herhaling oog
Theorie oor en Lessonup vragen
Oortest
Huiswerk
Herhalen leerdoelen
Slide 31 - Tekstslide
Doel van de paragraaf
Je weet hoe je oor werkt
Je kent de werking van het evenwichtsorgaan
Slide 32 - Tekstslide
Deel 2, het oor
Slide 33 - Tekstslide
Het oor: de weg van het geluid
Slide 34 - Tekstslide
Trommelvlies
De stand van het trommelvlies met luchtdruk.
De buis van Eustachius zorgt ervoor dat de druk kan veranderen door met slikken of gapen even open te gaan.
Gehoorbeschadiging loop je op wanneer je je oren vaak hard (80-120 dB) en langdurig overbelast. De trilhaartjes beschadigen en trillen minder goed mee. Er ontstaan minder impulsen
Slide 35 - Tekstslide
Evenwichtsorgaan
Het evenwichtsorgaan zorgt ervoor dat je weet wat boven, onder, links en rechts is.
Lees de tekst op blz 115 voor de werking van het orgaan.
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Video
Wat is de functie van het oor?
A
Geluidstrillingen doorgeven naar de gehoorzintuigen
B
Geluid doorgeven naar de hersenen
Slide 38 - Quizvraag
Welk onderdeel zorgt ervoor dat de druk buiten je oor en binnen in je oor even groot is?
A
Trommelvlies
B
Slakkenhuis
C
Buis van Eustachius
D
Gehoorgang
Slide 39 - Quizvraag
In het oor worden trillingen uit de lucht versterkt. In welk onderdeel van het oor gebeurt dit?
A
Het slakkenhuis
B
De oorschelp
C
De gehoorbeentjes
D
Het trommelvlies
Slide 40 - Quizvraag
Welk deel van het oor beschadigd door langdurige overbelasting?
A
trommelvlies
B
gehoorbeentjes
C
trommelholte
D
trilhaartjes in het slakkenhuis
Slide 41 - Quizvraag
Hoe heten de onderdelen van het evenwichtsorgaan die gevuld zijn met vloeistof?
A
gehoorbeentjes
B
zintuigcellen
C
halve cirkelvormige kanalen
D
evenwichtszenuw
Slide 42 - Quizvraag
Opdracht
Kijk op je turflijst waar jij de minste streepjes hebt.
Pak de opdracht van het oog of het oor.
Eerst blad 1 maken dan blad 2 (dan nakijken)
Klaar? ga oefenen op www.biologiepagina.nl
Slide 43 - Tekstslide
Leerdoelvragen
Ogen
Benoem 5 onderdelen van het oog
Met welk onderdeel kan je niet zien?
Oren
Vertel hoe geluid door je oog gaat
Hoe heet het onderdeel dat je oor met je keelholte verbind?