Nederlandse weetjes

Wat je nog moet weten over Nederland en Nederlanders
Deze Quiz zit vol met weetjes over Nederland en Nederlanders. Gekke gewoontes, een beetje geschiedenis, een beetje aardrijkskunde, wat we eten en drinken en leuke weetjes. Veel plezier!
Thea en Jet.
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat je nog moet weten over Nederland en Nederlanders
Deze Quiz zit vol met weetjes over Nederland en Nederlanders. Gekke gewoontes, een beetje geschiedenis, een beetje aardrijkskunde, wat we eten en drinken en leuke weetjes. Veel plezier!
Thea en Jet.

Slide 1 - Tekstslide

Vraag 1:
Wat is een Haags Hopje?
A
een liedje
B
een kruid
C
een boekje
D
een snoepje

Slide 2 - Quizvraag

Het is een heel hard snoepje
Je breekt je tanden er bijna op.

Slide 3 - Tekstslide

Vraag 2:
Hoe heet de dijk die tussen Friesland en Noord-Holland ligt?
A
Afsluitdijk
B
Noordzeedijk
C
Dijk van weg en waterland
D
Dijk van het noorden

Slide 4 - Quizvraag

De Afsluitdijk: het waterkerende deel van deze dam is 30 KM

Slide 5 - Tekstslide


Waar in Nederland kan je
deze foto laten maken?
A
Spakenburg
B
Amsterdam
C
Urk
D
Volendam

Slide 6 - Quizvraag

In welk jaar was de grote watersnood in Zeeland?
A
1945
B
1953
C
1962
D
1968

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Hoe heet dit snoepje?
A
Botersnoepje
B
Zeeuwse Babbelaar
C
Caramelblok
D
Schuitje

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent het gezegde:
"de bokkenpruik op hebben "
A
Dat je haar gek zit
B
Dat je naar de kapper bent geweest
C
Dat iemand uit zijn mond stinkt
D
Dat iemand een slecht humeur heeft

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Hoe heet het extra stukje
stof aan de vlag en welk
kleur heeft dit?
A
Wimpel - geel
B
Wimpel - oranje
C
Vaantje - geel
D
Vaantje - oranje

Slide 12 - Quizvraag

Wimpel

Slide 13 - Tekstslide

Wat betekent het gezegde
"Belofte maakt schuld".
A
Als je iets beloofd kost je dat meestal geld
B
Een belofte hoef je niet altijd na te komen
C
Een belofte hoor je na te komen
D
Mensen met schulden mogen geen beloftes maken

Slide 14 - Quizvraag

Hoe heette de lijst van de beste liedjes rond de jaren 70-80?
A
Top Fantastic
B
Top van Ad
C
Toplijst
D
Top 40

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

Radio Veronica zond niet vanuit een studio. Waarvandaan wel?
A
vanaf een trein
B
vanuit een school
C
vanaf een boot
D
vanuit een vliegtuig

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Wat zijn de gekste Nederlandse gewoontes?

Slide 19 - Open vraag

Hele koffers vol met eten meenemen op vakantie

Slide 20 - Tekstslide

Poffertjes eten

Slide 21 - Tekstslide

Alles op de fiets doen

Slide 22 - Tekstslide

Heel veel klagen

Slide 23 - Tekstslide

Altijd zeuren over het weer

Slide 24 - Tekstslide

Altijd Vertellen wat iets kost

Slide 25 - Tekstslide

Wat doen de meeste Nederlanders op Koningsdag?
A
Ze gaan op bezoek bij familie
B
Ze gaan naar het strand
C
Ze verkopen oud speelgoed en andere dingen op een markt.
D
Ze ruimen hun huis op

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Video

Hoe heet deze markt?
A
Vrijmarkt
B
Kindermarkt
C
Rotzooimarkt
D
Speelgoedmarkt

Slide 28 - Quizvraag

Hoe vieren Nederlanders hun verjaardag?
A
Thuis met vrienden en familie in een grote kring
B
In een restaurant met lekker eten
C
In een café met vrienden en familie
D
Ze vieren het meestal niet

Slide 29 - Quizvraag

Wat betekent het
gezegde "een
slecht figuur slaan"
A
Dat je even niet weet wat je moet zeggen
B
Dat je een slechte indruk maakt
C
Dat je slecht bent in figuren tekenen
D
Dat je te dik bent

Slide 30 - Quizvraag

Welke dag is het 'Prinsjesdag'?
A
De derde zondag in mei
B
De derde dinsdag in september
C
De langste dag van het jaar
D
De dag dat Jezus is geboren

Slide 31 - Quizvraag

Gestampte aardappels met
spekjes en gesneden andijvie.
Hoe heet dit gerecht?
A
Stamppot andijvie
B
Hete bliksem
C
Spekstamppot
D
Stamppot aardappels

Slide 32 - Quizvraag

Wat betekent het gezegde
''het roer stevig in
handen hebben''
A
Dat je een goede kapitein bent
B
Dat je een goede zeiler bent
C
Dat je nooit vis vangt
D
Dat je goed weet waar je mee bezig bent

Slide 33 - Quizvraag

Dit was het!
Het gaat niet om de punten maar het gaat om het plezier.

Slide 34 - Tekstslide