Les verbes -er

Le plan du cours:
- Les verbes en -er
- Vocabulaire en Quizlet
- Lisons un dialogue
- La révision
- Travail individuel/en groupe
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Le plan du cours:
- Les verbes en -er
- Vocabulaire en Quizlet
- Lisons un dialogue
- La révision
- Travail individuel/en groupe

Slide 1 - Tekstslide

Les verbes en -er
parler
jouer
aimer
aider
penser

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Les verbes
Je parle
Tu parles
Il parle
Nous parlons
Vous parlez
Ils parlent
Parler

Slide 4 - Tekstslide

Les verbes en -er:
e
es
e
ons
ez
ent
STAM:
  parl 
+

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de stem van het werkwoord
"aimer"?

Slide 6 - Open vraag

Wat is de stem van het werkwoord
"jouer"?

Slide 7 - Open vraag

Wat is de stem van het werkwoord
"arriver"?

Slide 8 - Open vraag

Les verbes
Je parle
Tu parles
Il parle
Nous parlons
Vous parlez
Ils parlent
Parler

Slide 9 - Tekstslide

Kies de juiste uitgang
Je 
Tu
Il
Nous
Vous
Ils
joue
joue
joues
jouons
jouez
jouent

Slide 10 - Sleepvraag

Kies de juiste uitgang
Je 
Tu
Il
Nous
Vous
Ils
pense
pense
penses
pensons
pensez
pensent

Slide 11 - Sleepvraag

Kies de juiste uitgang
Je 
Tu
Il
Nous
Vous
Ils
donne
donne
donnes
donnons
donnez
donnent

Slide 12 - Sleepvraag

J' (écouter)______de la musique.

Slide 13 - Open vraag

Marie (chercher) _____ son téléphone.

Slide 14 - Open vraag

Vous (parler) _____ Français?

Slide 15 - Open vraag

Mes parents (aimer) _____ voyager?

Slide 16 - Open vraag

Le plan du cours:
- Les verbes en -er
- Vocabulaire en Quizlet
- Lisons un dialogue
- La révision

Slide 17 - Tekstslide

Le plan du cours:
- Les verbes en -er
- Vocabulaire en Quizlet
- Lisons un dialogue (GL, p. 63)
- La révision

Slide 18 - Tekstslide

Le plan du cours:
- Les verbes en -er
- Vocabulaire en Quizlet
- Lisons un dialogue (GL, p. 63)
- La révision

Slide 19 - Tekstslide

La révision:
1. Hoe vind ik de stam van het werkwoord?
2. Wat is de juiste uitgang van "tu"?
3. Wat is de juiste uitgang van "vous"?
4. Wat is de juiste uitgang van "ils"?
5. Wat betekent: je voudrais?
6. Wat betekent: bienvenue?

Slide 20 - Tekstslide