De waarneming

Welkom
lesson up student
https://student.lessonup.io
lessonup.app
code invoeren
                                                                                         
1 / 57
volgende
Slide 1: Tekstslide
WereldoriëntatieHoger onderwijs

In deze les zitten 57 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Welkom
lesson up student
https://student.lessonup.io
lessonup.app
code invoeren
                                                                                         

Slide 1 - Tekstslide

De waarneming

Slide 2 - Tekstslide

De waarneming

We gaan naar buiten
  • 3 minuten 
  • tik ALLES in wat je opmerkt.

Slide 3 - Tekstslide

Wat observeer ik?
timer
3:00

Slide 4 - Woordweb

Groep van 4: Kies dan 1 voorwerp en omschrijf het. 
o Vorm
o Materie
o Doel
o Denk vanuit de verschillende zintuigen 
Neem er dan een foto van. 

Slide 5 - Tekstslide

Welk voorwerp hebben jullie bestudeerd?

Slide 6 - Open vraag

timer
1:00

Slide 7 - Woordweb

timer
1:00

Slide 8 - Woordweb

Slide 9 - Video

Waarnemen met kleuters? Wat is hierbij van belang?

Slide 10 - Woordweb

Tijdens een aanbod in de kleuterschool zitten acht kinderen op stoelen in een halve cirkel. De kleuterleidster had een verse ananas meegebracht, papieren borden en een heel scherp mes. De leidster installeerde zich knus op de grond en begon met de ananas omhoog te houden, om hem aan de kinderen te laten zien en ze vroeg: “Wie weet wat dit is?” 
Toen hield ze de ananas het eerste kind voor om hem te laten voelen en ruiken. Terwijl de andere kinderen op hun beurt wachtten om de ananas te betasten, wees de kleuterleidster erop dat de ananas een erg prikkende schil heeft en dat ze dus goed stil op hun stoel moesten blijven zitten, omdat ze zich anders wel eens konden pijn doen. Na die waarschuwing gaf ze de ananas door. Intussen zaten de kinderen aan de andere kant van de halve cirkel op hun stoel te wiebelen. Ze konden de ananas nu niet zien omdat de kleuterleidster op haar knieën en ervoor zat, terwijl ze de vrucht aan een ander kind gaf. 
Nadat alle kinderen de kans hadden gekregen om de ananas te voelen en te ruiken, nam de kleuterleidster het mes, waarschuwde de kinderen voor het gevaar van scherpe messen en sneed hem door. Terwijl ze het bovenste eraf sneed, snoof ze het aroma op van de verse vrucht. Intussen bleven de kinderen nog altijd zitten kijken. Toen sneed ze een schijfje af, hield het omhoog en stelde vragen aan de kinderen. “Wie weet hoe het harde gedeelte in het midden heet?” “Kunnen we de ananas nu zo opeten of moeten we eerst nog iets anders doen?” “Is dit stuk vierkant van vorm?”
Slechts enkele kinderen antwoordden nu. De meeste keken wat rond en zaten te wiebelen op hun stoel. De kleuterleidster sneed toen de ananas in schijven, schilde ze en gaf ze door aan de kinderen om op te eten. (Kleuters in actie)

Slide 11 - Tekstslide

Wat denk je bij het lezen van dit artikel ?

Slide 12 - Woordweb

          Wat is een waarneming:
  • kinderen actief laten exploreren
  • met alle zintuigen! 

    Kennis komt niet voort uit de dingen, noch uit het kind zelf, maar uit de interactie tussen het kind en de dingen....
    Jean Piaget

    Wij begeleiden die interactie! We geven kansen om te exploreren.

    Slide 13 - Tekstslide

    actief exploreren
    Situaties opzetten om het ontdekken te stimuleren.
    De kinderen hebben uit hun natuur een drang om te exploreren. Hou hen daar niet in tegen
    ...nog meer kansen bieden om:
      *te voelen
      *te proeven
      *te horen
       *te ruiken
       *te bewegen, te klauteren, te trekken....   

    Slide 14 - Tekstslide

    Zelf ontdekken stimuleren

    • WEL begeleiden, NIET onderwijzen
    • Dus: veel ervaren, handelen. NIET alleen luisteren!

    Slide 15 - Tekstslide

    Creëren van een actieve leersituatie
    Voor de kleuters:
    1. is er uiteenlopend, interessant materiaal ter beschikking
    2. zet het materiaal aan tot gebruiken, onderzoeken, experimenteren
    3. kunnen zelf bepalen waarmee ze willen spelen en  kunnen zo eigen doelen stellen
    4. wordt hun taal gerespecteerd
    5. helpt de begeleider het spel uitbouwen, doen mee in het spelen, ondersteunen hen door INTERACTIE

    Slide 16 - Tekstslide

    WAARNEMEN
    - Je gebruikt echt materiaal 3D (of gaat naar de werkelijkheid) bv. brillen, schoenen,... die je kan manipuleren, goede selectie.
    Of je gebruikt onecht materiaal (dino's, voertuigen,...)
    NOOIT alleen filmpjes of tekeningen, dit is enkel ondersteunend materiaal.
    - Je bent geen onderwijzer die aan kennisoverdracht doet MAAR begeleider bij het ontdekken door aan interactie te doen. Die interactie wordt aan de hand van de drie H's opgebouwd.
    --> Veel materiaal en in kleine groepen zodat iedereen goed kan ZINTUIGELIJK WAARNEMEN

    Slide 17 - Tekstslide

    Met andere woorden, kom altijd tot de 3 H's tijdens een waarneming!!
    • overbrengen van kennis is NIET het doel op zich
    • wisselwerking tussen DENKEN - BELEVEN - DOEN
         
      * Hoofd: denken
          *Hart: voelen, beleven, verwonderen
          *Handen: doen



    Slide 18 - Tekstslide

    Waarnemen
    - ...leidt tot IMPRESSIE. Je hoeft dit niet steeds de eerste dag aan te bieden, meestal gebeurt dit wel om zo het materiaal te laten verkennen. En zo komen ze na EXPRESSIE
    Bv. soorten brillen --> eigen bril maken.

    Slide 19 - Tekstslide

    Hoe je daarop voorbereiden?
    We moeten terug leren vanuit een brede kijk (met alle zintuigen) naar de dingen te kijken. TRAINEN!
    We zien niet (meer) alles, we weten niet alles en ook al weet je meer dan de kls, toch moet jij je volledig verdiepen in het onderwerp om alle kansen tot exploratie te kunnen bieden.

    Slide 20 - Tekstslide

    Slide 21 - Tekstslide

    Slide 22 - Tekstslide

    Slide 23 - Tekstslide

    Slide 24 - Tekstslide

    Stappen in de waarneming
    Het onderwerp bepaal je in functie van het thema.

    Slide 25 - Tekstslide

    1 Inleiding: a. sfeerschepping
    • met de volledige klas
    • aanbrengen van het onderwerp
    • lok interesse en concentratie uit
    • variatie en originaliteit (onmiddellijk zichtbaar, uitpakken, raden via ruiken/tasten, inleiding met lied, vers, raadsel, poppenspel,...
    • passende omgeving
    • rekening houden met de gevoelens en angsten van kleuters
    • kan reeds enkele dagen voor de activiteit

    Slide 26 - Tekstslide

    1. Inleiding: b. eerste verkenning
    • onderwerp is nu zichtbaar
    • toon bewondering en verwondering (overdrijf niet)
    • herstel rust na spanning
    • laat kleuters eerste reactie geven én heb er aandacht voor
    • ga als kleuters stilvallen naar de volgende fase

    Slide 27 - Tekstslide

    1. Inleiding: c. hoekenverdeling
    • sommige kleuters zijn voldaan en kiezen voor andere act.
    • Zoek enkel aansluitingspunten met waarnemingsonderwerp
    • kl werken zelfstandig dus er moet voldoende betrokkenheid zijn
    • denk aan de organisatie: zorg dat je alle groepen in zicht heb, kies een strategische plaats
    • duur van de nevenactiviteiten afstemmen op de waarneming
    • eventueel waarneming 2x organiseren

    Slide 28 - Tekstslide

    2. Speelleerfase
    • met beperkte groep
    • kleuters begeleiden in hun ontdekkingstocht
    • voorwaarde: zelf iets weten rond het onderwerp. Zoek dus op! Informeer je!
    • inpikken op kleuterreacties om nieuwe stimulansen te krijgen
        *deel niet mee want kan ontdekt worden
         *Geef stimulansen, wissel af tss spontaan waarnemen en gesuggereerd
          *geef LEIDING, geen les
          *voorwaarde: FLEXIBELE VOORBEREIDING

    Slide 29 - Tekstslide

    3. Slot/terugblik
    • Klassikale terugblik op de waarnemingsactiviteit
    • overloop niet de volledige waarneming maar beperk je tot één ontdekking of enkele ontdekkingen
    • laat een kleuter aan het woord die de speelleerfase meemaakte

    Slide 30 - Tekstslide

    Hoe differentiëren?
    Jongste kleuters
    reken +/- 25 min
             begeleide waarneming (speelleerfase) 
    ongeveer 15 min

    Oudste kleuters
    speelleerfase kan langer duren 
    ongeveer 25 minuten


    Zorg telkens voor voldoende doe-activiteiten!

    Slide 31 - Tekstslide

    Taal
    Bij een waarneming krijgt de taalverrijking een belangrijke plaats (bij de keuze van woorden, fluoriseren)
    • uitbreiding woordenschat/aanbrengen nieuwe woorden
    • juistheid
    • op niveau
    • interactie
    • vraagstelling

    Slide 32 - Tekstslide

    Slide 33 - Tekstslide

    Slide 34 - Tekstslide

    Slide 35 - Tekstslide

    Slide 36 - Tekstslide

    Slide 37 - Tekstslide

    Slide 38 - Tekstslide

    Slide 39 - Tekstslide

    Slide 40 - Tekstslide

    We kijken naar een voorbeeld. 
    Herkennen jullie de verschillende stappen van een waarneming?
    WAT ZAL JUF ASTRID OP VOORHAND BESTUDEERD HEBBEN?

    Slide 41 - Tekstslide

    We gaan aan de slag

    Slide 42 - Tekstslide

    Papier

    Slide 43 - Woordweb

    In groepjes van 4
    1. de brainstorm
    2. opgezochte informatie
    3. webschema maken
    4. Inhoudelijke keuzes en materialen
    5. mogelijke doe-activiteiten
    6. doelen selecteren

    Slide 44 - Tekstslide

    OPDRACHTEN (maandag na de krokus!)
    - EXPLORATIEBAK (vanuit IvGv 1) Maak een fiche van de exploratiebak waarbij je heel veel zaken aanbiedt zodat de kinderen tot vrije exploratie komen. Denk ook na hoe je precies zal meespelen (observeren, nabootsen/verwoorden, iets toevoegen). (Ook brainstormen, wat nodig?)
    - De WAARNEMING van diezelfde brillen? Ook vanuit IvGv 1 en ook MuGe2 (vormen, kleuren,...); ALLE STAPPEN!! Speelleerfiche!

    Slide 45 - Tekstslide

    Stappen in de waarneming
    Het onderwerp bepaal je in functie van het thema.

    Slide 46 - Tekstslide

    Slide 47 - Video

    Slide 48 - Video

    Welkom




    Nele Pype

    Slide 49 - Tekstslide

    Groep van 4
    Beschrijf jullie voorwerp aan elkaar. Kan de groep het raden?
    Kies nu 1 voorwerp en beschrijf het.
    o Vorm
    o Materie
    o Doel
    o Denk aan de verschillende zintuigen
    Neem er een foto van. Straks gaan we de foto posten.
    timer
    5:00

    Slide 50 - Tekstslide

    Wat is een waarneming:
    kennis komt niet voort uit de dingen, noch uit het kind zelf, maar uit de interactie tussen het kind en de dingen
    Jean Piaget
    Wij begeleiden die interactie!! Wij geven kansen om te exploreren

    Slide 51 - Tekstslide

    Waarnemen is ...
    • kinderen actief laten exploreren
    • met alle zintuigen!

    Slide 52 - Tekstslide

    Actief exploreren= 
    situaties opzetten om het ontdekken te stimuleren
    De kinderen hebben uit hun natuur een drang om te exploreren. Hou hen niet tegen maar biedt nog meer kansen om:
      *te voelen
      *te proeven
      *te horen
       *te zien
       *te ruiken
       *te bewegen, te klauteren, te trekken....
       

    Slide 53 - Tekstslide

    Actief exploreren = zelf ontdekken stimuleren
    • Wel begeleiden, NIET onderwijzen
    • Dus: veel laten ervaren, laten handelen. NIET alleen luisteren!

    Slide 54 - Tekstslide

    Slide 55 - Tekstslide

    Actief exploreren/ waarnemen:  hoe creëren?
    • Je gebruikt concreet, herkenbaar materiaal dat aanzet tot gebruiken, onderzoeken, experimenteren. Kortom de kleuters kunnen het manipuleren.  (Of je gaat naar de werkelijkheid)
      NOOIT alleen filmpjes of tekeningen. Is enkel ondersteunend materiaal omdat dit materiaal niet te hanteren is.
    • Je biedt voldoende materiaal aan.
    • Je werkt in kleine groepen.
    • Je zorgt voor interactie. Denk aan de drie H's!

    Slide 56 - Tekstslide

    Slide 57 - Tekstslide