Burgerschap Thema 4: Werk Les 1: Werk

Burgerschap Thema 4: Werk Les 1: Werk
Burgerschap
Thema 4 : werken
Les 1: werk
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Burgerschap Thema 4: Werk Les 1: Werk
Burgerschap
Thema 4 : werken
Les 1: werk

Slide 1 - Tekstslide

lesdoel
Aan het einde van de les:

- weet je welke redenen mensen kunnen hebben om te werken. 
- weet je wat een werknemer, werkgever en ondernemer is. 
- weet je wat de verschillen zijn tussen ondernemen en werken in loondienst. 
- weet je wat vrijwilligerswerk is. 

Slide 2 - Tekstslide

heb jij een (bij)baan? Zo nee, welk werk zou je wel willen doen?

Slide 3 - Tekstslide

Redenen om te werken
Je kunt om verschillende redenen gaan werken. De meeste mensen werken in de eerste plaats om geld te verdienen. Maar je kunt meer redenen hebben om te werken, bijvoorbeeld het contact met collega's of klanten. 

Slide 4 - Tekstslide

Wat zou voor jou een reden zijn om te gaan werken?

Slide 5 - Tekstslide

Wat is voor jou belangrijker: Leuk werk of veel geld verdienen?

Slide 6 - Tekstslide

Loondienst of ondernemen
Als je voor een baas werkt, bijvoorbeeld als verkoopmedewerker in een supermarkt, ben je in loondienst. Jij bent dan een werknemer en het bedrijf waarvoor je werkt is je werkgever. Als je werknemer van een supermarkt bent, is de supermarkt dus je werkgever. 
Je kunt er ook voor kiezen om je eigen bedrijf te starten, bijvoorbeeld door als thuiskapper te gaan werken. Iemand met een eigen bedrijf noem je een ondernemer. Als ondernemer ben je je eigen baas. 

Slide 7 - Tekstslide

- Wat lijkt jou een voordeel aan werknemer zij en wat een nadeel?
- Wat lijkt jou een voordeel aan ondernemer zijn en wat een nadeel?

Slide 8 - Tekstslide

opdracht
Noem 4 kenmerken die een goede werknemer moet hebben, volgens jou. 

Slide 9 - Tekstslide

Vrijwilligerswerk
Veel mensen krijgen betaald voor het werk dat ze doen, maar dat geldt niet voor iedereen. Als je voor een organisatie werkt zonder dat je daar geld voor krijgt, doe je vrijwilligerswerk. Veel mensen doen vrijwilligerswerk omdat ze iets willen betekenen voor de samenleving. Je kunt bijvoorbeeld als vrijwilliger in een dierenasiel werken. 

Als het doel van werken is om praktijkervaring op te doen tijdens de opleiding, spreek je van een stage. Stages kunnen betaald of onbetaald zijn. 

Slide 10 - Tekstslide

stelling:
Iedereen moet verplicht vrijwilligerswerk doen. 

Slide 11 - Tekstslide

kun je een voorbeeld van vrijwilligerswerk noemen?

Slide 12 - Tekstslide

Doe jij zelf vrijwilligerswerk of zou je dat willen doen?

Slide 13 - Tekstslide

Stel dat niemand vrijwilligerswerk meer zou doen. Wat zou er dan veranderen in Nederland?

Slide 14 - Tekstslide

Lesdoel bereikt?
Je weet nu:

-  welke redenen mensen kunnen hebben om te werken.
- wat een werknemer, werkgever en ondernemer is.
- wat de verschillen zijn tussen ondernemen en werken in loondienst.
- wat vrijwilligerswerk is. 

Slide 15 - Tekstslide