Argumenteren 4H les 2

Argumentatieve vaardigheden
  • Terugblik vorige les
  • Huiswerk bespreken
  • Uitleg bij hoofdstuk 2.1 → Argumentatieschema’s
  • Opdrachten maken
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Argumentatieve vaardigheden
  • Terugblik vorige les
  • Huiswerk bespreken
  • Uitleg bij hoofdstuk 2.1 → Argumentatieschema’s
  • Opdrachten maken

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
Je kunt de aard van het verband tussen standpunt en argument(en) herkennen en benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik vorige les
                                                   standpunt
                                                                                                argument
positief, negatief, twijfel
                                                               tegenargument
                                                                                                       
feitelijk argument
                                                     waarderend argument

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
Bestudeer de uitleg en maak opdr. 1 t/m 4 op blz.2-6 uit het Katern Argumentatieve vaardigheden van NN (te vinden als pdf in Classroom) en lever in in Classroom.

Slide 4 - Tekstslide

Geen huiswerk ontvangen van:

Slide 5 - Tekstslide

opdr. 1 blz. 3

Slide 6 - Tekstslide

opdr. 2 

Slide 7 - Tekstslide

opdr. 2 

Slide 8 - Tekstslide

opdr. 2 

Slide 9 - Tekstslide

opdr. 2 blz. 3-4
  1. De wet is toe aan revisie.
  2. Ik vond het artikel over het onderzoek van Sinan Cancaya een ontzettend eenzijdig stuk.
  3. Het kabinet moet bèta’s steunen.
  4. Connexxion gaat een bedenkelijk pad op met het aanbieden van zoetwaren in de bus. 

Slide 10 - Tekstslide

opdr. 3 blz. 5

Slide 11 - Tekstslide

opdr. 3 blz. 5
  1. De kans is erg klein dat je iets wint bij de Postcodeloterij. = feitelijke uitspraak
  2. Hij is immers veruit de beste in de debatten. = waarderende uitspraak
  3. Je loopt met een scooter een grotere kans op een ernstig ongeluk dan op een fiets. = feitelijke uitspraak
  4. Leerlingen kunnen echt geen nuttige dingen met mobieltjes doen. = waarderende uitspraak
  5. Je wordt er toch beroerd van als je die berichten over ontgroeningen leest. = waarderende uitspraak

Slide 12 - Tekstslide

opdr. 4 blz. 6

Slide 13 - Tekstslide

opdr. 4 blz. 6
zin 1
standpunt: Volgens mij kun je beter blijven zitten
argument: Dan slaag je over twee jaar met hogere cijfers.

b tegenargument

Slide 14 - Tekstslide

opdr. 4 blz. 6
zin 2
standpunt: Het lijkt mij niet verstandig om Nederlands te gaan studeren. 
argument: Er is nauwelijks of geen werk voor afgestudeerde neerlandici te vinden.
b tegenargument

Slide 15 - Tekstslide

opdr. 4 blz. 6
zin 3
standpunt: Roken moet helemaal verboden worden. 
argument: Roken bekort het leven met acht jaar.

b tegenargument

Slide 16 - Tekstslide

opdr. 4 blz. 6
zin 4
standpunt: Als je niet zo van gewelddadige oorlogsscènes houdt, kun je Merdeka! beter niet lezen. 
argument: Het boek Merdeka! staat bomvol met gewelddadige oorlogsscènes.
b tegenargument

Slide 17 - Tekstslide

opdr. 4 blz. 6
zin 5
standpunt: Iran is geen geschikt vakantieland voor levensgenieters. 
argument: Er zijn helemaal geen alcoholische versnaperingen te krijgen.
b weerlegging

Slide 18 - Tekstslide

Uitleg bij hoofdstuk 2.1 → Argumentatieschema’s

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk 
  • Bestudeer de uitleg op blz. 8-9
  • Maak opdracht 1 t/m 6 blz. 9-11 
    --> Katern argumentatieve vaardigheden NN

Slide 20 - Tekstslide

Poll als exit ticket

Slide 21 - Tekstslide


Hoe vond je 
deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll


Na deze les, 
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
de leerstof thuis nog even bekijken
overgaan naar nieuwe leerstof
nog meer te weten komen over de leerstof
niet meer te weten komen over de leerstof
nog iets anders (vul de vraag op de volgende slide in)

Slide 23 - Poll